Privacy van werknemers

De technologische ontwikkeling is in beweging. Door de opkomst van verschillende smartgadgets zal de werknemer zijn tijd vaker online doorbrengen. Voor de werkgever zal het ook makkelijker te controleren zijn of deze internettijd niet ten koste gaat van de werktijd van de werknemer. Een werkgever mag een werknemer echter niet zomaar controleren tijdens zijn werk. De werknemer heeft immers recht op privacy. In een eerdere blog is schreven over de strekking van dit privacyrecht. Als de werkgever binnen de grenzen blijft, is controle wel gewoon toegestaan. Het kan dan voorkomen dat de werkgever ontdekt dat de werknemer erg veel online is geweest en zijn internetbezoeken niet werk gerelateerd zijn. In de onderstaande uitspraak was dit ook daadwerkelijk het geval.

De uitspraak

De feiten

De werkneemster is sinds 1 maart 2015 in dienst als verkoopster bij een kledingwinkel. In oktober 2016 heeft de werkgever een memo verspreid om duidelijk te maken dat het verboden is om onder werktijd gebruik te maken van apparaten met toegang tot het internet. De werkneemster heeft in december 2016 een waarschuwing gekregen voor het te laat komen, het gebruik van haar mobiele telefoon onder werktijd en het achterhouden van artikelen uit de winkel om ze zelf te kopen. Vervolgens kreeg ze in februari 2017 haar “laatste” waarschuwing, omdat ze weer te laat was gekomen. In april 2017 heeft een incident plaatsgevonden, waarna de werkgever haar op staande voet heeft ontslagen. Zij heeft, terwijl ze achter de kassa stond, een half uur op het internet gespendeerd. De werkneemster vordert primair vernietiging van het ontslag en subsidiair toekenning van een transitievergoeding.

Het oordeel

De kantonrechter stelt vast dat de in oktober 2016 verstuurde memo duidelijk is en dat de werkneemster meerdere malen is gewaarschuwd. De werkgever had daarom geen andere keus dan haar op staande voet te ontslaan. De persoonlijke omstandigheden van de werkneemster kunnen niet tot een ander oordeel leiden. De jonge werkneemster heeft onvoldoende laten blijken dat zij geen inkomen of uitkering kan verwerven. Daarnaast wegen de belangen van de werkgever bij de handhaving van de redelijke en duidelijke regels zwaar. Het feit dat andere medewerkers ook gebruik maakten van het internet onder werktijd, kan niet tot een ander oordeel leiden. De rechter oordeelt daarnaast dat de werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, doordat ze de regels stelselmatig heeft overtreden en ze ondanks de waarschuwingen daar gewoon mee door is gegaan. Het verzoek tot toekenning van de transitievergoeding wordt daarom afgewezen.

Internetgebruik tijdens werk zonder aanvullende omstandigheden

De werkneemster maakte in deze zaak niet alleen gebruik van het internet onder werktijd, maar zij kwam ook stelselmatig te laat en hield artikelen achter om deze later zelf te kopen. Deze omstandigheden maken dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven. Het internetgebruik gaf dus niet de doorslag. Het is denkbaar dat het internetgebruik wél de doorslag zou kunnen geven voor een ontslag op staande voet. In dat geval dienen er duidelijke gedragsregels omtrent internetgebruik onder werktijd en sancties voor het overtreden van deze regels in het bedrijfsprotocol te staan. Het is belangrijk dat werknemers weten dat zij op staande voet ontslagen kunnen worden bij het overtreden van de gedragsregels. Daarnaast is voor een geldig ontslag op staande voet ook vereist dat de desbetreffende werknemer (enkele keren) is gewaarschuwd na het overtreden van de regels. Een ontslag op staande voet mag dus nooit een verrassing zijn.

Kortom, internetgebruik tijdens werk kan een grond voor een ontslag op staande voet zijn, mits er aanvullende omstandigheden zijn die het ontslag rechtvaardigen.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeidsrecht, Medezeggenschap & mediation