Wat betekent integriteit?

Integere beroepsuitoefening is essentieel om de bijzondere positie van de advocaat te legitimeren en het vertrouwen in de beroepsgroep te waarborgen. Integer wil zeggen dat de advocaat boven de zaak staat, hij belangenverstrengelingen tegen gaat en zich kan verantwoorden voor zijn keuzes, gegeven zijn rol binnen de rechtsorde.

Integriteit omvat ook financiële integriteit. De derdengeldenrekening dient op een inzichtelijke en integere wijze te worden gebruikt. Bankieren met gelden op de derdengeldenrekening is vanzelfsprekend niet toegestaan. Daarover is het hof van discipline duidelijk in een op 4 december 2020 gewezen uitspraak (ECLI:NL:TAHVD:2020:264).

Ook moet een advocaat bedacht zijn op verplichtingen die voortvloeien uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme (“Wwft”).

Zo bepaalt gedragsregel 1 dat de advocaat zich zodanig dient te gedragen dat het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening niet wordt geschaad. In dit kader is verder relevant de eed of belofte die een advocaat aflegt tijdens de beëdiging tot advocaat. Daarbij zweren of beloven zij getrouwheid aan de Koning, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten en dat zij geen zaak zullen aanraden of verdedigen die zij in gemoede niet geloven rechtvaardig te zijn (zie artikel 3 lid 2 Advocatenwet).

Een integere advocaat handelt niet in strijd met de regels van “fair play”: hij laat zich niet onnodig grievend uit, hij verstrekt niet willens en wetens onjuiste informatie, neemt niet stiekem gesprekken op en benadert hij de wederpartij die door een advocaat wordt bijgestaan niet rechtstreeks. In de gedragsregels 4 tot en met 10 krijgt de kernwaarde integriteit nader vorm.

Wat een behoorlijk advocaat (niet) betaamt

Integriteit blijft een beetje een vaag begrip. De volgende casus die speelde bij de raad van discipline Arnhem-Leeuwarden op 2 november 2020 (ECLI:NL:TADRARL:2020:277) maakt inzichtelijk welk handelen in ieder geval niet als integer wordt aangemerkt.

Een advocaat trad op als faillissementscurator. Op grond van gedragsregel 9 is hij ook in dat geval onderworpen aan het advocatentuchtrecht. Voor de raad stond vast dat de advocaat als curator de failliete boedel bewust heeft benadeeld door mee te werken aan een verkoop en een doorverkoop van een zich in de failliete boedel bevindend pand. Daarbij zou hij profiteren van de winst die door de doorverkoop zou worden gemaakt.  Daarnaast staat vast dat de advocaat valse declaraties heeft opgemaakt waarop de rekeningnummers van zijn eigen vennootschappen waren vermeld en dat deze valse declaraties in totaal een aanzienlijk bedrag betroffen. De advocaat heeft met name de kernwaarde integriteit in grove mate, meermaals en gedurende langere tijd geschonden, aldus de raad. Voor een advocaat die op een dergelijke manier kernwaarden met voeten treedt, is geen plaats in de advocatuur. Gevolg: schrapping van het tableau.

Conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat een advocaat die optreedt in een andere hoedanigheid ook in die hoedanigheid integer dient te handelen.

Privégedragingen

Hoe zit dat dan met privégedragingen? Hier gaan we nog een stap verder. Gedragingen van een advocaat die zich in een privé situatie hebben voorgedaan zijn onder omstandigheden óók aan tuchtrecht onderworpen. Er moet dan sprake zijn van voldoende verwevenheid met de beroepsuitoefening.

Een advocaat die zich schuldig maakte aan brandstichting en vernieling van een woning in de privésfeer, moest zich verantwoorden voor de tuchtrechter. Het hof van discipline overwoog in een uitspraak van 26 maart 2018 (ECLI:NL:TAHVD:2018:52) dat de verweten gedragingen in het licht van de beroepsuitoefening absoluut ongeoorloofd zijn. De verweten gedragingen raken de integriteit van een advocaat. De verweten gedragingen zijn daarmee vatbaar voor een tuchtrechtelijke toetsing. De advocaat kreeg een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 26 weken opgelegd.

Financiële integriteit

Zoals opgemerkt omvat de kernwaarde integriteit ook financiële integriteit. Van een advocaat mag immers worden verwacht dat hij de kernwaarde integriteit beschermt, zich van die waarde voortdurend bewust is en dat hij zijn handelwijze afstemt op het voorkomen van twijfel daarover. Volgens het hof van discipline is deze kernwaarde een belangrijke, zo niet zelfs de belangrijkste kernwaarde van de advocatuur, zie de uitspraak van 3 juli 2019 (ECLI:NL:TAHVD:2019:43).

Het hof oordeelde daar dat de advocaat in kwestie in strijd heeft gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde integriteit door cliënten en derden ertoe te bewegen betalingen, die zijn kantoor toekwamen, aan hem te doen en door te proberen deze onregelmatigheden te verbergen door het bewerken van een bankafschrift. Ondanks een blanco tuchtrechtelijk verleden legt het hof de advocaat de zwaarte maatregel van schrapping op.

Vragen?

Heb je een vraag over het toepassen van een bepaalde kernwaarde? Of loop je tegen een situatie aan waarin meerdere kernwaarden met elkaar botsen? Neem voor advies gerust contact op met Robert Sanders, advocaat Tucht- en klachtrecht.

Lees ook:

Deze blog is deel 5 in de zesdelige blogserie “Kernwaarden advocatuur”.

deel 1: Back to basics: kernwaarden advocatuur

deel 2: Partijdigheid

deel 3: Onafhankelijkheid

deel 4: Deskundigheid

deel 6: Vertrouwelijkheid