Advocaten en notariaat in Leiden en Den Haag
Menu
Franchiserecht

Franchisenemer hoeft niet mee te werken aan ‘formuleswitch’ naar ander concept

29 augustus 2017 - 2 minuten leestijd

Franchiseformules zijn geen statische concepten maar zijn aan verandering onderhevig. Om mee te kunnen gaan in de ontwikkelingen is het vaak noodzakelijk dat een franchiseformule geregeld aangepast wordt aan de ‘geest van de tijd’. Soms is een verandering nog verdergaand, te weten dat een gehele formule wordt overgedragen en franchisenemers onder een nieuw concept moeten gaan exploiteren. Een dergelijke ‘formuleswitch’ kan echter niet altijd afgedwongen worden door de franchisegever.

Onlangs is er een vonnis uit 2011 van de rechtbank Den Bosch gepubliceerd (ECLI:NL:RBSHE:2011:5123 – klik hier voor het vonnis). Dat vonnis betrof een zaak waarbij een franchisenemer van de (per 2012 gestaakte) supermarkt-formule ‘Super de Boer’ te horen had gekregen van zijn franchisegever dat de formule zou gaan verdwijnen. De franchisenemer zou, aldus de franchisegever, verplicht zijn franchisenemer te worden van de (per 2015 gestaakte) C1000-supermarktformule.

De franchisenemer wilde die overstap echter niet maken, hetgeen met de kennis van nu en het einde van C1000 in 2015 overigens geen slechte inschatting is gebleken. Franchisenemer vroeg de franchisegever te bevestigen dat hij daartoe niet gehouden was. Toen de franchisegever niet bereid bleek dat vrijwillig te verklaren, startte de franchisenemer een gerechtelijke procedure waarin hij een verklaring voor recht vroeg dat hij niet hoefde mee te werken aan de ‘formuleswitch’ naar C1000.

De rechtbank oordeelde inderdaad dat de franchisenemer niet hoefde mee te werken aan de ‘formuleswitch’. In de franchiseovereenkomst was weliswaar een beding opgenomen op grond waarvan de franchisenemer in beginsel mee diende te werken aan een dergelijke ‘switch’ maar alleen als zijn rechten “onverkort” zouden worden gehandhaafd. En daarvan was geen sprake, omdat de franchisenemer binnen de C1000-formule geen eigen bakkerij meer zou mogen exploiteren. Ook had Super de Boer de overeenkomsten met de franchisenemer reeds opgezegd, zodat C1000 waarschijnlijk nog weinig interesse zou hebben in deze supermarkt.

Het is duidelijk dat de rechtbank het de franchisegever aanrekent dat zij niet op een “wel zeer eenvoudige wijze” deze procedure heeft voorkomen door de franchisenemer deugdelijk te informeren. Er kan weliswaar enig begrip worden opgebracht voor het feit dat de franchisegever in eerste instantie niet scheutig was met het erkennen dat de franchisenemer niet verplicht was om over te stappen naar C-1000. Dergelijke overnametrajecten gaan er immers vanuit dat zoveel mogelijk franchisenemers de overstap doen. Maar het is uiteraard niet juist te noemen dat de franchisenemer daarna stelselmatig en onnodig in het ongewisse is gelaten over zijn juridische positie. Dat is immers niet te kwalificeren als ‘ondersteuning en bijstand’.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]

Ook interessant?