Bevoegdheid

Welke soort rechter van welke plaats dan precies bevoegd is om kennis te nemen van het geschil kan in de praktijk soms aanleiding geven voor een extra geschil tussen partijen. Welke rechter is bevoegd in het geval van franchise geschillen?

Welke soort rechter bevoegd?

Laten we beginnen met het bepalen van de soort rechter, ook wel de ‘absolute competentie’ genoemd. In Nederland zijn er – kort samengevat – twee sectoren bij de rechtbank die doorgaans franchise geschillen beoordelen: de Sector Civiel en de Sector Kanton. Beide sectoren hebben een eigen takenpakket van het soort zaken dat zij in behandeling kunnen nemen. Zo neemt de Sector Kanton, bijvoorbeeld, vorderingen in behandeling met een waarde tot € 25.000 en zaken omtrent onder andere (onder)huur- en arbeidsovereenkomsten. De Sector Civiel is bevoegd om de overige zaken in behandeling te nemen.

Hoewel franchise geschillen om vorderingen kunnen gaan die aanzienlijk meer bedragen dan € 25.000 zal er doorgaans ook vaak sprake zijn van een onderhuurovereenkomst tussen de franchisegever en de franchisenemer. Als die onderhuurovereenkomst op enigerlei wijze (ook) onderdeel van het geschil vormt dan kan de Sector Kanton bevoegd zijn. Denk daarbij aan de situatie dat er achterstallige huur wordt gevorderd of als de onderhuurovereenkomst moet worden ontbonden of vernietigd. Dit geldt ook als er andere vorderingen zijn of als de (totale) vordering een hogere waarde heeft dan € 25.000. De vordering van de onderhuurovereenkomst ‘trekt’ dan de overige vorderingen ‘mee’ naar de Sector Kanton. Bij zaken waarbij zowel de franchiseovereenkomst als de onderhuurovereenkomst wordt vernietigd op grond van dwaling vanwege ondeugdelijke prognoses is dat doorgaans het geval.

Bij de totstandkoming van de Wet franchise (klik hier voor de wettekst) is het plan geopperd om de Sector Kanton altijd bevoegd te maken in het geval van een franchiseovereenkomst. Dus ongeacht de verdere aard en omvang van de vorderingen die worden ingediend. Feitelijk is dat vergelijkbaar met de situatie die nu ook al bestaat voor (onder)huur- en arbeidsovereenkomsten, maar dan zou dat dus ook voor franchiseovereenkomsten gaan gelden. Uiteindelijk heeft de wetgever er echter voor gekozen om dit plan niet door te voeren, zoals ook blijkt uit blz. 22 van de Memorie van Toelichting op de Wet franchise (klik hier voor de volledige tekst). Bij de redenen die de wetgever heeft aangedragen om de Sector Kanton niet exclusief bevoegd te maken, kunnen overigens kanttekeningen gezet worden (lees deze opinie).

De rechtbank van welke plaats bevoegd?

Als eenmaal duidelijk is welke soort rechter bevoegd is, zal vervolgens bekeken dienen te worden naar de rechtbank van welke plaats bevoegd is, ook wel de ‘relatieve competentie’ genoemd. Daarvoor zal allereerst naar de franchiseovereenkomst gekeken dienen te worden. In de franchiseovereenkomst hebben partijen immers vaak afgesproken welke rechtbank van welke plaats bevoegd is om geschillen omtrent de franchiseovereenkomst in behandeling te nemen. Dat noemen we ook wel een ‘forumkeuze’. Deze keuze is in principe leidend, hoewel het wel problematisch kan zijn als partijen – bijvoorbeeld – meerdere overeenkomsten met elkaar hebben gesloten en elke overeenkomst een forumkeuze bevat voor een andere rechtbank. Ook kan de wet de forumkeuze van partijen doorkruisen, zoals hierna ook zal worden aangestipt.

Hebben partijen geen enkele forumkeuze gemaakt, dan is in principe de rechter bevoegd van de woonplaats van de gedaagde partij. Gaat het geschil tussen de franchisegever en de franchisenemer (ook) over de onderhuur van bedrijfsruimte dan is uitsluitend de rechter bevoegd binnen wiens werkgebied het gehuurde bedrijfspand ligt. Dus ook als partijen in de franchiseovereenkomst een forumkeuze voor een rechtbank in een andere plaats hebben gemaakt.

Afsluitend

Kortom, in het geval van franchise geschillen is het soms niet eenvoudig om direct vast te stellen welke soort rechter van welke plaats precies bevoegd is om kennis te nemen van het geschil. Het is wel van belang dat de juiste soort rechter van de juiste plaats wordt aangeschreven door de eisende partij. Wordt immers de verkeerde rechter aangeschreven, dan moet de zaak alsnog worden doorgestuurd naar de juiste rechter en dat kan voor (onnodig) oponthoud zorgen. En dat is doorgaans niet in het belang van de eisende partij.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]