De feiten

Wanneer Heineken in april-mei 2016 diverse klachten ontvangt over afwijkende kwaliteiten van haar bier begint zij een onderzoek. Hierbij stuit Heineken op De Laak. De Laak is een evenementencentrum/horecaonderneming. Zij hebben een tapinstallatie van Heineken in bruikleen en hebben hierbij, gedurende een langere periode, fusten met 50-liter bier afgenomen. Op de fusten is het logo van Heineken gestanst.

Uit onderzoek blijkt dat De Laak Heinekenfusten onrechtmatig hervult met een ander soort bier (namelijk JWG-bier) en deze fusten verkoopt aan derden. Daarnaast wordt in het evenementencentrum van De Laak een ander soort bier (eveneens JWG-bier) uit de Heinekentaps (voorzien van Heinekenlogo) geschonken.

Het juridisch kader

Heineken stelt dat De Laak inbreuk heeft gemaakt op het merkrecht ‘Heineken’ door een ander soort bier onder dit merk te verkopen. De rechter toetst dit aan de hand van een aantal punten. Allereerst kijkt hij of het gaat om “merkgebruik”, met andere woorden of het merk op de waren is aangebracht en/of onder dit merk producten in de handel zijn gebracht. Beide is het geval. In dit geval zijn immers de Heinekenfusten – met daarop het Heineken-merk – door De Laak gebruikt en (na hervulling) verkocht aan derden. Van belang in dit verband is nog dat met de aankoop van de fusten het eigendom op de fusten niet is overgedragen. De fusten blijven in het bezit van Heineken, die voor het gebruik een statiegeldvergoeding heft. Er komt De Laak dan ook geen beroep op uitputting toe (waarmee zij probeerde te betogen dat de fusten vrij verhandeld mochten worden).

Tijdens de procedure heeft De Laak erkend Heinekenfusten hervuld te hebben met een andere biersoort. Daarnaast is vast te komen staan dat er fusten zijn verkocht aan andere partijen en ook dat er vervalste stickers en kappen zijn gebruikt op de Heinekenfusten, om deze ook nog na de THT (tenminste-houdbaar-tot) datum te kunnen hervullen en gebruiken. Bovendien komt vast te staan dat De Laak ander bier uit de eigen taps heeft geschonken, waarbij de Heineken-logo’s niet zijn afgeplakt/vervangen. De Laak heeft op dit punt een mogelijke verwarring niet voorkomen. Hierdoor is er ook op dit punt een inbreuk gemaakt op het merkrecht van Heineken.

De precieze schadevergoeding zal in een later proces worden bepaald. Als voorschot op de schadevergoeding is De Laak voor nu een bedrag van € 200.000,- verschuldigd aan Heineken, omdat de rechter het aannemelijk acht dat de uiteindelijk schade in ieder geval boven dit bedrag zal uitkomen. De verdere schade zal worden opgemaakt in een schadestaatprocedure, uiteraard tenzij partijen alsnog tot een oplossing komen.

[1] Rechtbank Rotterdam 6 maart 2019, ECLI:NL:RBROT:2019:1824

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2019:1824

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.