Voorgeschiedenis

De werknemer was in eerste instantie in dienst van de gemeente in de functie van Teamleider. In juni 2020 is de werknemer aangehouden door de politie terwijl hij onder invloed reed. Het alcoholpromillage was 4x te hoog. Als gevolg hiervan is het rijbewijs van de werknemer voor acht maanden ingevorderd. De werknemer heeft zijn leidinggevende hiervan in kennis gesteld en heeft vervolgens 2 weken bijzonder verlof ontvangen.

Gelijktijdig heeft de werknemer zich ziek gemeld. Tijdens een aantal gesprekken met de gemeente geeft de werknemer aan, dat hij geen alcoholist is maar dat hij geen maat kan houden als hij drinkt en dat hij zich heeft aangemeld bij een verslavingskliniek voor behandeling van een trauma. Werkgever en werknemer komen overeen dat werknemer per 15 juli 2021 werkzaam zal zijn in de functie van beleidsontwikkelaar, waarbij de werknemer een lager salaris zal ontvangen. Gedurende 7 maanden ontvangt de werknemer behandeling vanuit een instelling voor verslavingszorg. Vanaf 1 januari 2021 hervat de werknemer zijn werkzaamheden volledig.

Op 1 maart 2021 heeft de werknemer een digitale bijeenkomst bijgewoond met drie burgers en twee externe partijen. Tijdens deze bijeenkomst verkeerde de werknemer onder invloed van alcohol. De gemeente heeft als gevolg hiervan onderzoek gedaan, waarbij de werknemer bevestigd heeft onder invloed van alcohol te zijn geweest tijdens de digitale bijeenkomst.

Als gevolg hiervan ontslaat de gemeente de werknemer op 3 maart 2021 op staande voet. Zij heeft zich hierbij op het standpunt gesteld dat de werknemer het ‘goed ambtenarenschap’ geschonden heeft, dat deze handelswijze onaanvaardbaar was en dat de werknemer het vertrouwen van de gemeente in hem ernstig heeft beschaamd.

Op 29 maart 2021 meldt de werknemer zich met terugwerkende kracht ziek per 1 maart 2021. De bedrijfsarts heeft op 21 juli 2021 geoordeeld dat de werknemer aan een aandoening (lees: alcoholverslaving) lijdt, waarbij terugval niet ongebruikelijk is. Het patroon, dat gepaard gaat met periodes waarin toch redelijk functioneren mogelijk is, is daarvoor kenmerkend. Feitelijk is er al veel langer sprake van gevolgen van deze aandoening, waarbij in ieder geval een eerste arbeidsongeschiktheidsdag van 1 maart 2021 met aannemelijkheid te stellen is. Daarnaast is er, als gevolg van de opname in een AWBZ-erkende instelling, geen sprake van benutbare mogelijkheden doordat de werknemer niet beschikbaar is voor arbeid. Verder heeft de bedrijfsarts aangegeven dat eerst vanaf begin 2022 weer mogelijkheden voor duurzame arbeid kunnen ontstaan.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter heeft geoordeeld dat een ernstige schending van de integriteit voldoende reden kan zijn voor een ontslag op staande voet. Het is echter geen automatisme dat dronkenschap betekent dat van een werkgever niet meer verlangd kan worden de arbeidsrelatie met een werknemer te laten voortduren. Een dringende reden voor ontslag kan dan aanwezig zijn, maar ook de andere omstandigheden van het geval zijn hierbij van belang.

De gemeente heeft hierbij aangevoerd dat haar vertrouwen in de werknemer volledig is komen te vervallen. De kantonrechter acht in dat kader van belang dat de gemeente wist dat de werknemer, na overmatig alcoholgebruik, in behandeling was gegaan bij een verslavingskliniek en dat werknemer zelf heeft aangegeven geen maat te kunnen houden als hij begint te drinken. Deze signalen wijzen op een alcoholverslaving.

Het is dan niet zonder risico om alleen af te gaan op de eigen mededeling van de werknemer dat er geen sprake is van een verslaving. Het is immers algemeen bekend dat het voor iemand die aan een alcoholverslaving lijdt, uitermate moeilijk is om dit te onderkennen en daar openlijk voor uit te komen.

Dat de gemeente heeft ingeschat dat de werknemer dit wel kon en zou doen en erop heeft vertrouwd dat de werknemer het zou melden als sprake was van (een terugval in de) verslaving, is iets dat voor haar rekening komt. Aan het beschamen van het vertrouwen door de werknemer kan dus niet het zware gewicht worden toegekend dat de gemeente daaraan toekent.

Het is daarnaast een bekend gegeven dat bij alcoholverslaving na behandeling helaas vaak een (tijdelijke) terugval optreedt. De gemeente had dan ook voor een andere, lichtere sanctie moeten kiezen dan het ontslag op staande voet.

De kantonrechter heeft de opzegging van het dienstverband – ons inziens terecht – vernietigd. Ook heeft de kantonrechter het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de gemeente afgewezen. Er is namelijk geen sprake van een situatie waarbij van de gemeente niet langer gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Bovendien is er geen sprake van duurzaam verstoorde verhoudingen, nu de gemeente nog geen poging heeft ondernomen deze verhoudingen te verbeteren.

Tips!

In geval van twijfel over een (alcohol)verslaving bij uw werknemer, doet u er verstandig aan uw werknemer eerst langs de bedrijfsarts te sturen ter verifiëring. Zeker wanneer u voornemens bent arbeidsrechtelijke consequenties aan het handelen van uw werknemer te verbinden. Zie hiervoor ook: https://www.declercq.com/kennisblog/alcohol-en-ontslag-op-staande-voet-let-op/

 

Vragen?

Meer weten over dit onderwerp of vragen naar aanleiding van het bovenstaande? Neem dan gerust contact met ons op.

Renée Huijsmans, advocaat team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation