Doceren is uitdagend, maar ook inspannend werk. Niet zelden gebeurt het dat een docent die langdurig wegens een medische oorzaak uitvalt, geacht wordt niet meer voor de klas te kunnen terugkeren. In dat geval richt de onderwijswerkgever zich al vrij snel op re-integratie van de werknemer in het tweede spoor. Hoewel de zieke docent vaak nog wel niet-lesgevende taken in het eerste spoor (dus intern) in het kader van zijn re-integratie blijft verrichten, richten de pijlen zich voornamelijk op het vinden van een baan elders door middel van een of meer outplacementtrajecten. Voor onderwijswerkgevers spreekt het namelijk voor zich dat niet-lesgevende taken veelal niet kunnen worden losgetrokken van lesgevende taken (men spreekt dan van ‘de ondeelbaarheid van de docentfunctie’). Echter, als hieraan onvoldoende aandacht wordt besteed, dan kan dit na twee jaar arbeidsongeschiktheid door het UWV met een loonsanctie worden afgestraft. Dit gebeurde in ieder geval in een kwestie waarover wij ons hebben mogen buigen.

Het UWV was van mening dat een scholengemeenschap onvoldoende had onderzocht of er een nieuwe passende functie voor de medewerker gecreëerd kon worden door wegneming en samenvoeging van neventaken die in de diverse schoolvestigingen door docenten worden verricht. In ieder geval was naar de mening van het UWV onvoldoende met de betreffende werknemer besproken waarom dit niet tot de mogelijkheden behoort. Het is dan ook van belang hierover ruim voor afloop van de periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid met de zieke docent in gesprek te gaan. Maak hiervan een duidelijk gespreksverslag! Hierin moet goed naar voren komen waarom het niet mogelijk is niet-lesgevende taken los te trekken van lesgevende taken. Er zijn diverse argumenten denkbaar. Zo kan een hergroepering van neventaken leiden tot een onacceptabele functieverzwaring voor de docenten waarbij neventaken worden weggenomen. Zij krijgen ervoor in de plaats immers zwaardere lesgevende taken. Verder zou het een precedent scheppen dat op termijn zou kunnen leiden tot een ‘wildgroei’ aan niet-lesgevende functies. Ook zijn neventaken vaak onlosmakelijk verbonden met het ‘voor-de-klas-staan’ en zijn ze regelmatig vestigingsgebonden. Kennis van en ervaring met de vestiging en de leerlingen zijn vaak nodig voor een goede vervulling van deze neventaken. Denk aan de neventaak van dekaan.

In ieder geval is het zaak dit tijdig te onderzoeken en aantoonbaar met de arbeidsongeschikte docent te bespreken. Mocht de situatie zich voordoen, dan denkt ons onderwijsrechtteam uiteraard graag met u mee over mogelijke argumenten.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeidsrecht, Medezeggenschap & mediation