Dat COVID-19 voor veel werkgevers nare gevolgen meebrengt is inmiddels helaas een algemeen bekend feit. Al veel werkgevers hebben hierdoor drastische maatregelen moeten nemen, waaronder ook ontslag van personeel. De werkgever in deze kwestie – een horeca ondernemer – stond helaas ook voor deze keuze. Deze werkgever kon het salaris van de betrokken werknemer niet langer betalen en stuurde de werknemer daarover op 22 april 2020 een brief. Met deze brief werd de werknemer met ingang van 1 april 2020 ontslagen (nee, helaas geen grap).

Voor de rechter

De werknemer beschouwt de situatie als ontslag op staande voet en vraagt de rechter dit ontslag te vernietigen. De werknemer vraagt een billijke vergoeding. Hij is van mening dat COVID-19 en de door de regering ingestelde maatregelen dit ontslag niet rechtvaardigen. Als de werkgever in betalingsmoeilijkheden verkeerde, dan had zij het UWV om een ontslagvergunning moeten vragen.

De werkgever stelt daarentegen dat de sluiting van haar bedrijf niet onder het normale ondernemersrisico valt. De werkgever suggereert dat sprake is van overmacht. Weliswaar heeft de werkgever gebruik gemaakt van de NOW-regeling, maar die steun mocht niet baten. De werkgever kon niet anders dan het nemen van de drastische maatregel.

Oordeel van de rechter

De rechter houdt vast aan het wettelijke kader van het ontslag op staande voet. Daarvoor is altijd een dringende reden nodig. En, heel belangrijk, de rechter schrijft:

“Overmacht vanwege gedwongen sluiting als gevolg van de uitgebroken corona-epidemie kwalificeert niet als een dringende reden.”

De rechter past de wet- en regelgeving en de uitvoerige jurisprudentie toe op de coronacrisis. Hoe vervelend en soms fataal de gevolgen voor vele ondernemers zijn; betalingsonmacht vanwege COVID-19 is geen reden voor ontslag op staande voet c.q. met terugwerkende kracht.

De werkgever had via de reguliere weg een ontslagvergunning moeten aanvragen bij het UWV, of moeten streven naar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. De werkgever moet een billijke vergoeding betalen aan de werknemer.

Belangrijk voor werkgevers!

Dit oordeel van de rechter is voor werkgevers van groot belang. De boodschap is duidelijk: hoe vervelend de gevolgen van COVID-19 ook zijn, de ontslagregels zijn leidend. Daarom is het belangrijk dat u als ondernemer vroegtijdig nadenkt over eventuele te nemen maatregelen. Hoe vervelend de gevolgen ook kunnen zijn. Stem dit zo nodig in een vroeg stadium af met de OR.

Een ontslagtraject neemt nu eenmaal enkele maanden in beslag, alleen al vanwege de proceduretijd en de opzegtermijnen. Neem daarom tijdig maatregelen en voorkom dat uw onderneming in betalingsmoeilijkheden terechtkomt. De praktijk leert dat in dergelijke nijpende omstandigheden het goede gesprek met de werknemer veel oplevert. Wellicht kunnen afspraken worden gemaakt over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden en kan een vaststellingsovereenkomst worden afgesloten.