Een echtpaar geeft opdracht tot het vergroten van hun woning. De aannemer stelt een overzicht op van gemaakte kosten en meerwerkuren. Onderaan dat overzicht is vermeld: Voor akkoord, de namen van de echtgenoten en, onder iedere naam, een handtekening. Het echtpaar laat de aanneemsom en de kosten voor het meerwerk (deels) onbetaald. De aannemer vordert betaling, rechtbank en gerechtshof wijzen de vorderingen van de aannemer grotendeels toe.

Het hof heeft daarbij overwogen dat niet is betwist dat de handtekening op het overzicht van echtgenoot 1 is. Die echtgenoot heeft weliswaar ontkend een handtekening op het overzicht te hebben geplaatst maar kan niet verklaren dat bij een handschriftonderzoek is geconcludeerd dat de handtekening echt is en dat niets erop wijst dat met de handtekening geknoeid is. Het hof acht de betwisting dan ook onvoldoende onderbouwd.

De Hoge Raad heeft het arrest van het hof, onlangs, vernietigd. Iemand die betwist dat hij een handtekening heeft gezet, hoeft daarvan geen onderbouwing te geven. Als iemand stellig ontkent dat de onder een stuk aanwezige handtekening van hem afkomstig is, komt aan de akte geen bewijskracht toe. De bewijslast van de echtheid van de handtekening rust op degene die zich op de akte beroept. In dit geval dus op de aannemer, die met het ondertekende overzicht wilde aantonen dat ook voor het meerwerk opdracht was gegeven.

Dat lijkt op het eerste gezicht niet eenvoudig. Maar al te vaak wordt een offerte voor akkoord ondertekend teruggestuurd. Hoe bewijs je dan dat de handtekening echt van de ondertekenaar is? Moeten stukken dan voortaan in aanwezigheid van getuigen worden ondertekend? Dat kan wel maar is niet steeds haalbaar. Het lijkt mij voldoende dat de opdrachtgever de opdrachtbevestiging als PDF per (naar hem te herleiden) e-mail verstuurt. Knappe jongen die de echtheid van een handtekening dan nog stellig durft te betwisten…

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Per van der Kooi, Advocaat Vastgoed.