Wat betreft het auteursrecht

De strijd tussen Levola en Smile duurt nu al enkele jaren voort waarbij eerstgenoemde zich op verschillende intellectuele eigendomsrechten beroept om haar product en de naamgeving daarvan te beschermen. Een van deze intellectuele eigendomsrechten betreft het auteursrecht. Levola is van mening dat de smaak van de Witte Wievenkaas van haar concurrent Smilde Foods inbreuk maakt op het auteursrecht dat op Heks’nkaas rust. De smeerdip zou immers exact hetzelfde smaken.

Bij de Rechtbank Gelderland deed Levola in 2015[1] een beroep op het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2006, IER 2006, 54 (Lancome/Kecofa). In dit arrest bepaalde de Hoge Raad dat geuren of een combinatie daarvan in aanmerking kunnen komen voor auteursrechtelijke bescherming. De stap naar auteursrechtelijke bescherming voor smaak leek niet zo groot. Toch overtuigde het betoog van Levola de rechter niet: de vorderingen werden namelijk afgewezen. Zie ook mijn eerdere blog.

In hoger beroep komt het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden[2] er niet uit: is smaak nu ook vatbaar voor auteursrechtelijke bescherming of niet? Het Gerechtshof schorst het geding en gaat over tot het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU. De belangrijkste daarvan luidt als volgt: “Verzet het Unierecht zich ertegen dat de smaak van een voedingsmiddel – als eigen intellectuele schepping van de maker – auteursrechtelijk beschermd wordt?”.

Het korte antwoord van het HvJ EU [3] op de prejudiciële vraag luidt “Ja, het unierecht verzet zich hiertegen”. Het lange antwoord laat zich nader inkleden door de verschillende eisen die de wet en het HvJ EU stellen aan het verkrijgen van auteursrechtelijke bescherming. Zo is voor het verkrijgen van auteursrechtelijke bescherming onder andere van belang dat sprake is van een ‘werk’ dat voldoende nauwkeurig en objectief kan worden geïdentificeerd. Aan dit vereiste wordt volgens het HvJ EU bij de smaak van een voedingsmiddel niet voldaan. Het is niet nauwkeurig en kan niet objectief tot uitdrukking worden gebracht. De identificatie van een voedingsmiddel berust volgens het Hof hoofdzakelijk op  smaakbeleving en -ervaring en deze zijn per definitie subjectief en variabel. Immers spelen diverse factoren een rol wanneer men een product ‘proeft’, zoals leeftijd, voedselvoorkeuren en de omgeving en context waarin het product wordt geproefd. Ook zijn er momenteel nog geen technische mogelijkheden voorhanden om de smaak van een voedingsmiddel nauwkeurig en objectief te identificeren.

Samengevat: voor bescherming van smaken biedt het auteursrecht geen oplossing. Reden voor producenten van voedingsmiddelen om extra zorgvuldig om te gaan met de ingrediënten en bereidingswijzen van hun producten.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.