De wet

Artikel 26 lid 2 WOR luidt als volgt:

“Het beroep wordt ingediend bij verzoekschrift, binnen een maand nadat de ondernemingsraad van het in het eerste lid bedoelde besluit in kennis is gesteld”.

Is de ondernemingsraad te laat, dan zal de Ondernemingskamer de ondernemingsraad niet-ontvankelijk in zijn beroep verklaren en wordt het beroep niet inhoudelijk behandeld.

Aanvang van de beroepstermijn

De beroepstermijn gaat dus lopen op het moment dat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld. In artikel 26 WOR staat niet expliciet dat de beroepstermijn pas gaat lopen wanneer de kennisgeving in schriftelijke vorm heeft plaatsgevonden. Dat de ondernemingsraad schriftelijk in kennis moet worden gesteld, volgt wel uit artikel 25 lid 5 WOR. De Hoge Raad en de Ondernemingskamer bevestigen dat de beroepstermijn gaat lopen vanaf het moment van schriftelijke kennisgeving (HR 7 oktober 1987 (NJ 1988/854); Gerechtshof Amsterdam (OK) 14 januari 2003 (ARO 2003/31) en 29 mei 2007 (JAR 2007/204).

Bovendien is van belang dat artikel 25 lid 5 WOR niet alleen voorschrijft voor dat de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk van het besluit van de ondernemer in kennis wordt gesteld, maar dat wanneer wordt afgeweken van het advies dit door de ondernemer ook moet worden gemotiveerd. De Ondernemingskamer heeft hierover op 15 augustus 2017bepaald dat de beroepstermijn pas gaat lopen indien aan de ondernemingsraad is medegedeeld waarom van het advies van de ondernemingsraad wordt afgeweken, ook als het besluit zelf op een eerdere datum aan de ondernemingsraad (schriftelijk) bekend is gemaakt. De ondernemingsraad moet in de afweging of hij in beroep gaat immers de motivering van het besluit mee kunnen nemen. Ook als de ondernemingsraad de motivering al kent, bijvoorbeeld omdat de ondernemer eerder al hetzelfde standpunt heeft ingenomen, geldt dat de beroepstermijn pas gaat lopen wanneer de motivering van de afwijking bekend is gemaakt aan de ondernemingsraad.

Wordt de ondernemingsraad niet (schriftelijk) in kennis gesteld van het besluit? Dan vangt de beroepstermijn in beginsel dus nog niet aan. Dat betekent niet dat de ondernemingsraad niet in beroep kan gaan tegen het besluit. Het is namelijk niet de bedoeling dat de ondernemer de beroepsprocedure kan omzeilen door de ondernemingsraad niet schriftelijk te informeren over het besluit. Als er geen schriftelijke kennisgeving heeft plaatsgevonden, wordt algemeen aangenomen dat de beroepstermijn gaat lopen op de dag dat de ondernemingsraad de inhoud en reikwijdte van het besluit heeft onderkend of redelijkerwijs ermee bekend had kunnen zijn.

Als er twijfel bestaat over de datum waarop het besluit is genomen, dan krijgt de ondernemingsraad in de rechtspraak overigens vaak het voordeel van de twijfel. Dit betekent echter niet dat de ondernemingsraad zomaar wegkomt als hij de termijn laat verlopen. De Ondernemingskamer kan ook onverbiddelijk zijn als de ondernemingsraad steken laat vallen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 3 april 2014).

 

Einde van de beroepstermijn

Artikel 26 lid 2 WOR schrijft voor dat het beroep wordt ingediend “binnen een maand”. Dit betekent dat als een besluit op de 1e van een maand wordt genomen, de ondernemingsraad uiterlijk op de 1e van de volgende maand het beroep moet hebben ingediend bij de Ondernemingskamer.

Wordt een besluit genomen op (bijvoorbeeld) 31 oktober 2017? Dan eindigt de beroepstermijn op 30 november 2017. November heeft immers maar 30 dagen en op 1 december 2017 is meer dan een maand verstreken sinds het genomen besluit.

Let op: dit werkt nog anders als de periode van een maand eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag. In dat geval wordt de termijn verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemene feestdag is (artikel 1 van de Algemene Termijnenwet). Zo dient de ondernemingsraad tegen een besluit genomen op (bijvoorbeeld) 30 augustus 2017 uiterlijk op 2 oktober 2017 beroep in te stellen, omdat 30 september 2017 een zaterdag is en 1 oktober 2017 een zondag (zie ook Gerechtshof Amsterdam (OK) 28 juni 2012).

Tot slot

Gezien de korte beroepstermijn en de mogelijke discussie over de aanvang van deze termijn, is het voor een ondernemingsraad verstandig om een beslissing om in beroep te gaan op de kortst mogelijke termijn te nemen. Bij voorkeur  binnen één of twee weken nadat de ondernemingsraad bekend is met het besluit van de ondernemer. Binnen de beroepstermijn van één maand zal de ondernemingsraad immers 1) een advocaat moeten aanzoeken (procesvertegenwoordiging is verplicht bij de Ondernemingskamer) en 2) deze advocaat moet ook voldoende tijd hebben om het (inhoudelijke!) beroepschrift op te stellen. De ondernemingsraad kan twijfel en discussie over de vraag of het beroep tijdig is ingediend beter voorkomen dan proberen te genezen.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeidsrecht, Medezeggenschap & mediation.