Wat is er gebeurd?

Tijdens het traject komen de gemeenten tot een andere visie op de eisen. Zij besluiten de aanbesteding in te trekken. Logischerwijs starten de inschrijvers geen kort geding, want vaste jurisprudentie is dat een aanbestedingsprocedure mag worden ingetrokken zonder dat daarvoor bijzondere omstandigheden zijn vereist (zie HvJEU 11 december 2014, C-440/13, ECLI:EU:C:2014:2435 (Croce Amica)).

Echter, vervolgens geven de gemeenten aan zij de opdracht ‘wezenlijk gewijzigd’ aan één van de inschrijvers hebben gegund. Enkelvoudig onderhands (lees: 1-op-1) en dus zonder procedure. Reden, de waarde zou toch onder € 50.000,- liggen, zodat 1-op-1 gunning toch was toegestaan. De gemeenten hebben aangegeven dat zij de uitvraag “wezenlijk gewijzigd” hebben en dat “helemaal is afgeweken van de oorspronkelijk opdracht”. Een nadere toelichting ontbreekt.

Logischerwijs kan één van de partijen die had ingeschreven (en nu dus volledig gepasseerd is) zich niet vinden in deze handelwijze. Zij start een kort geding, terwijl de overeenkomst inmiddels al is gegund.

De voorzieningenrechter (klik) acht deze handelwijze niet transparant. Geoordeeld wordt dat geen heldere en dat niet een voldoende objectieve rechtvaardiging is gegeven. Achteraf de redenen voor intrekking aanvullen is bovendien niet toegestaan, aldus de voorzieningenrechter. Er is een ontoelaatbaar risico van ongeoorloofde manipulatie, favoritisme en een kunstmatige beperking van de mededinging. De voorzieningenrechter verbiedt de gemeenten om nog langer uitvoering te geven aan de al gegunde overeenkomst. Kortom, het bezwaar is terecht en het traject moet opnieuw.

 

Vragen?

Menno de Wijs, advocaat aanbestedingsrecht