Na beoordeling van de inschrijvingen, geeft de onderwijsinstelling aan voornemens te zijn om te gunnen aan de zittende inschrijver ITS IT-services. Een van de verliezende inschrijvers, Actacom Nederland, is het hiermee oneens. Ook een vrijwillige herbeoordeling door de onderwijsinstelling stelt Actacom niet tevreden en zij start een procedure.

‘goed’ vs ‘zeer goed’?

Actacom meent namelijk dat de beoordelingscommissie haar taak niet op de voorschreven wijze heeft verricht. Het aanvechten van de inhoudelijke beoordeling heeft vaak weinig effect, zo legt ook de Haagse voorzieningenrechter in deze zaak uit (klik):

“Aan de aangewezen beoordelingscommissie, waarvan de deskundigheid in beginsel moet worden aangenomen, moet dienaangaande de nodige vrijheid worden gegund, mede waar van een rechter niet kan worden verlangd dat deze specifieke deskundigheid bezit op het gebied van het onderwerp van de opdracht. In beginsel is het derhalve niet aan de voorzieningenrechter om kwalificaties als ‘voldoende’, ‘ruim voldoende’, goed’ of ‘zeer goed’ aan onderdelen van de inschrijving te verbinden. Slechts wanneer sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling, dan wel procedurele of inhoudelijke onjuistheden/onduidelijkheden, die zouden kunnen meebrengen dat de gunningsbeslissing niet deugt, is plaats voor ingrijpen door de rechter.”

Een overweging die in de jurisprudentie op veel plekken kan worden teruggevonden.

Samenstelling beoordelingsteam

Verder was Actacom het er niet mee eens dat de herbeoordeling had plaatsgevonden door een gewijzigd beoordelingsteam. De rechter volgde dit standpunt niet. Herbeoordeling had plaatsgevonden door hetzelfde team, echter voorzien van adviseurs. Nu deze adviseurs geen punten hebben toegekend, is niet in strijd met het aanbestedingsdocument gehandeld. Ook dit argument mocht dus niet baten en daarmee kon de opdracht definitief worden gegund aan ITS IT-services.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Menno de wijs