‘Standstilltermijn’

De termijn die aanbestedende diensten in acht moeten nemen tussen de bekendmaking van het voornemen tot gunnen en het daadwerkelijk sluiten van de overeenkomst, de zogenaamde ‘standstilltermijn’, is nu wettelijk vastgelegd. Deze termijn bedraagt 15 kalenderdagen indien het voornemen niet-elektronisch bekend wordt gemaakt en 10 dagen indien dit elektronisch geschiedt. Inschrijvers die een bezwaar hebben tegen het voornemen tot gunnen dienen dit binnen deze termijn kenbaar te maken. In de praktijk zal dit gebeuren door het aanhangig maken van een kort geding. Er kan – bijvoorbeeld – een gebod tot heraanbesteding worden gevorderd of een verbod om aan een derde te gunnen. De inschrijver die dit nalaat zal na het verstrijken van deze termijn slechts nog aanspraak kunnen maken op een schadevergoeding.

Vernietiging gesloten overeenkomst

Naast eerder in jurisprudentie gegeven criteria, kent deze wet ook een aantal nieuwe ontwikkelingen. De belangrijkste is dat het nu mogelijk is om een eerder gesloten overeenkomst te vernietigen, bijvoorbeeld indien er in strijd met de aanbestedingsregels geen bekendmaking van de opdracht heeft plaatsgevonden. Tot nu toe was het niet mogelijk om een in strijd met het aanbestedingsrecht gesloten overeenkomst aan te tasten.

Een vordering tot vernietiging van de overeenkomst moet wel binnen een vastgestelde termijn worden ingesteld. Deze termijn bedraagt 30 dagen en vangt aan na de bekendmaking van het tot stand komen van de overeenkomst. In het geval dat de aanbestedende dienst het sluiten van de overeenkomst niet bekend heeft gemaakt is deze termijn aanzienlijk langer. De termijn bedraagt dan zes maanden en vangt aan na het sluiten van de overeenkomst.

Als het algemeen belang zich verzet tegen het vernietigen van de gesloten overeenkomst kan de rechter de overeenkomst in stand laten. Hierbij kan gedacht worden aan de opdracht tot spoedreparatie van een lekkende dijk.

Hiernaast kent de nieuwe wet nog een aantal andere aanpassingen welke gevolgen zal hebben voor de rechtsbescherming van inschrijvers.

Concluderend

Kortom, de nieuwe rechtsbeschermingsrichtlijn verbetert de rechtsbescherming van inschrijvers, voorwaarde is wel dat deze niet stil blijven zitten maar actief handelen.

Vragen?

Heeft u vragen over de nieuwe rechtsbeschermingsrichtlijn, neemt u contact op met Per van der Kooi, advocaat aanbestedingsrecht en Menno de Wijs, juridisch medewerker.