Uitspraak Arnhem

Daags nadat de Rechtbank ’s-Gravenhage uitspraak had gedaan over de door een niet statutair bestuurder ondertekende model K-verklaring; zie een eerder artikel op deze website, heeft ook de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem zich over deze verklaring uitgesproken.

Ongeldige inschrijving

Hier ging het om het ontbreken van een verklaring van de onderaannemer die door de inschrijver zou worden ingezet. Onderaannemers zijn op het moment van inschrijving echter niet altijd bekend. In dat geval wordt doorgaans gelegenheid geboden de model K-verklaring en de Eigen Verklaring van de onderaannemer later in te dienen. In de onderhavige kwestie was op het moment van inschrijving wel bekend wie als onderaannemer zou worden ingezet; dat was een tot het zelfde concern behorende vennootschap. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had de verklaring van de onderaannemer dan ook bij de inschrijving moeten zijn ingediend. Nu dat niet was gebeurd was de inschrijving ongeldig.

Concluderend

Dat werd niet anders doordat de statutair bestuurder van de inschrijver ook statutair bestuurder van de ‘zuster’ was. De stelling van de inschrijver, dat de voor haar ingevulde en rechtsgeldig ondertekende verklaring ook voor haar zuster had te gelden, werd verworpen. Voor de zuster was nu eenmaal geen aparte verklaring ingediend. Een formeel oordeel? Misschien wel. Maar dit zou al meer te begrijpen zijn geweest indien onderaannemer en inschrijver niet tot hetzelfde concern zouden behoren. De conclusie is hoe dan ook spijkerhard en glashelder: de inschrijver moet van alle betrokken ondernemingen een door de bevoegde bestuurder ondertekende verklaring overleggen. Dat geldt dus niet alleen in geval van onderaanneming maar ook indien sprake is van een combinatie.

Vragen?

Heeft u vragen over de model-K verklaring, neemt u dan contact op met  Per van der Kooi, advocaat bouwrecht en aanbestedingsrecht en Menno de Wijs, juridisch medewerker