
Vijf belangrijke vragen om te stellen bij het sluiten van een franchiseovereenkomst
Franchise is populairder dan ooit. Menig winkelstraat bestaat tegenwoordig uit ondernemers die onder de gemeenschappelijke vlag van een franchiseformule hun onderneming exploiteren.
Hoewel het aangaan van een franchise tot groot zakelijk succes kan leiden kan het ook uitmonden in een financieel fiasco en zelfs tot faillissement. Vaak blijkt de oorzaak van het falen van een gefranchisede onderneming te liggen in zaken die niet (goed) zijn onderkend door de franchisenemer ten tijde van het tekenen van de franchiseovereenkomst. Daarom: vijf belangrijke vragen om als (kandidaat-)franchisenemer te stellen voordat de franchiseovereenkomst wordt ondertekend.
Vraag 1: ben ik wel geschikt als zelfstandig ondernemer?
Franchise wordt ten onrechte soms nog steeds gezien als een ‘light’-vorm van ondernemen, waarbij geen ondernemerskwaliteiten nodig zouden zijn. Ondanks de voortdurende ondersteuning en bijstand die een franchisegever zal verstrekken, blijft het van wezenlijk belang dat de franchisenemer ondernemerskwaliteiten bezit. Ontbreken de benodigde ondernemerskwaliteiten, dan moet serieus afgevraagd worden of het wel verstandig is de franchiseovereenkomst te ondertekenen. Probeer dit dus inzichtelijk te krijgen, bijvoorbeeld via een ondernemerstest van de Kamer van Koophandel. Probeer tot die tijd in ieder geval de impuls “ik doe het gewoon!” te onderdrukken.
Vraag 2: welke franchise is geschikt voor mij?
Uit tv-programma’s als ‘Ik vertrek’ blijkt het eigenlijk al. Mensen die ineens iets anders gaan doen met hun leven dan de 20 jaar daarvoor, krijgen het vaak lastig te verduren in hun nieuwe rol. Zonder gastronomische kennis bijvoorbeeld een restaurant in Frankrijk beginnen, is over het algemeen gedoemd te mislukken. Hetzelfde geldt feitelijk voor franchise. Probeer daarom een franchiseformule uit te zoeken waarmee je voldoende affiniteit hebt en waarvoor je ook de nodige kennis in huis hebt. Natuurlijk kan iedereen bijleren en is het stoer om te zeggen dat je ‘uit je comfort zone’ bent gestapt, maar uiteindelijk blijft het zeer onverstandig om grote en onnodige risico’s te nemen als het om je broodwinning gaat.
Vraag 3: hoe zit het nu (echt) met het omzetpotentieel van de beoogde franchise?
Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat er ook brood op de plank komt als gefranchised wordt. Dus waaruit blijkt dat een te openen franchise onderneming uitzicht heeft op een rendabele exploitatie? Blijkt dat uit een deugdelijk uitgevoerd vestigingsplaatsonderzoek en exploitatieprognose die door de franchisegever zijn opgesteld? In dat geval kan het nooit kwaad deze zelf ook te laten toetsen door een onafhankelijke derde, zoals een accountant. Is er helemaal geen vestigingsplaatsonderzoek en exploitatieprognose voorhanden dan zullen deze door de franchisenemer zelf opgesteld moeten worden. En dan bij voorkeur door een bureau dat daarin gespecialiseerd is. Eerlijk is eerlijk, het kost geld om dergelijke onderzoeken te laten doen door derden, maar het kost uiteindelijk meer geld als achteraf blijkt dat er nooit uitzicht was op een rendabele exploitatie van de franchise. ‘Goedkoop’ is dan ook ‘duurkoop’.
Vraag 4: Is dat toegewezen rayon wel (voldoende) exclusief?
Veel franchiseformules werken met zogenaamde rayons waarin de kaart van Nederland is opgedeeld in afzonderlijke gebieden. Als een franchisenemer een bepaald rayon krijgt toebedeeld, is het natuurlijk van belang om inzichtelijk te krijgen of deze genoeg (potentiële) klanten bevat om een rendabele exploitatie mogelijk te maken. Ook is het van belang te weten of het rayon al dan niet ‘exclusief’ is. Dat betekent dat de franchisegever in beginsel geen andere franchisenemers in het rayon mag toelaten of zelf in het gebied verkoop mag plegen. Relevant, omdat wel of geen concurrentie vanuit de eigen formule in je rayon het verschil kan uitmaken tussen succes of fiasco. Wees dus kritisch of er sprake is van een exclusief rayon en – zo ‘ja’ – onder welke voorwaarden een franchisegever toch nieuwe franchisenemers daar mag toelaten.
Vraag 5: Hoe is de e-commerce geregeld binnen de franchiseformule?
In veel formules zal de franchisenemer zijn brood verdienen door verkoop aan klanten via een fysieke winkel. Het is dan ook goed op voorhand te weten of dezelfde producten ook worden verhandeld door de franchisegever via een landelijke webshop. En uiteraard onder welke voorwaarden dat gebeurt. Niets is zo vervelend als franchisenemer om van klanten te moeten horen dat zij hun aankopen in het vervolg via internet zullen doen, bijvoorbeeld omdat dezelfde producten daar goedkoper worden aangeboden. Dit geldt uiteraard te meer als het goedkopere alternatief de webshop van je franchisegever blijkt te zijn.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]
Ook interessant?

