
Wijze totstandkoming prognose bepalend voor verwachtingspatroon franchisenemer
De omstandigheden waaronder door een franchisegever een exploitatieprognose wordt verstrekt aan een kandidaat-franchisenemer is van groot belang voor de waarde die de kandidaat aan die gegevens mag hechten. Onlangs heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch enkele concrete omstandigheden benoemt die daarbij van belang kunnen zijn.
In een eerdere blog (klik hier) is op deze website al aandacht besteed aan een geschil tussen een franchisegever en franchisenemer, waar laatstgenoemde zich op het standpunt stelde dat de franchisegever ondeugdelijke prognoses zou hebben verstrekt. De franchisenemer meende daardoor schade te hebben geleden, welke schade verrekend werd met openstaande facturen aan de zijde van de (inmiddels failliete) franchisegever.
In eerste aanleg kreeg de franchisenemer geen gelijk van de rechter. In het hoger beroep dat thans speelt, is er onlangs weer een tussen-arrest gewezen door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2016:851 – klik hier voor het arrest). In de zaak geeft het gerechtshof weer duiding aan de aard en omvang van het verwachtingspatroon dat een franchisenemer mag hebben als hij van een franchisegever exploitatieprognoses ontvangt.
Uit eerdere rechtspraak bleek al dat een franchisenemer een ‘kritische grondhouding’ dient aan te nemen als hij een prognose ontvangt van de zijde van de franchisegever. In onderhavige kwestie merkt het gerechtshof verder op dat de franchisenemer de eerste ondernemer ter plaatse was, zodat de franchisegever niet heeft kunnen putten uit concrete cijfers. De franchisegever was derhalve aangewezen op het gebruik van ‘zachtere gegevens’, zoals branche cijfers en gegevens van andere franchisenemers. De franchisenemer wist dit, althans had dit kunnen weten, volgens het hof en diende om die reden al terughoudend te zijn met (teveel) waarde hangen aan hetgeen hem was verstrekt. Ook heeft de franchisegever volgens het hof de prognoses nimmer gepresenteerd als zijnde gebaseerd op enig grondig onderzoek. Ook om die reden mag de franchisenemer niet al te grote waarde hechten aan de verstrekte cijfers van het hof.
Kandidaat-franchisenemers moeten dus niet alleen kritisch blijven ten aanzien van wat er in een exploitatieprognose staat, maar ook hoe deze prognose tot stand is gekomen en gepresenteerd. Wordt te gemakkelijk – en zonder dat de franchisegever daartoe aanleiding geeft – door een kandidaat aangenomen dat het wel snor zit, dan zullen de gevolgen van een eventuele onjuiste prognose voor rekening van de franchisenemer blijven.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, m.dewijs@declercq.com
Ook interessant?

