Naast het veranderend perspectief van een ideaal toekomstbeeld in een nachtmerrie kan de praktische afwikkeling van een geschil tussen twee vijftig-procents-aandeelhouders in een B.V. zeer gecompliceerd zijn. Vaak hebben partijen simpelweg over het hoofd gezien dat zij het oneens kunnen worden. Ieder team moet echter tegenslagen overwinnen. En dat kost tijd. En soms komen daarbij wezenlijk andere waarden en overtuigingen van de aandeelhouders aan het licht, op basis waarvan moet worden besloten dat ze dan uit elkaar gaan. Intussen ligt de besluitvorming binnen de B.V. geheel stil met alle consequenties van dien (‘impasse’). Maar wie krijgt dan wat, hoe wordt de waarde bepaald en hoe krijg je gelijk? En hoe voorkom je dat afnemers en personeel de dupe worden?

 

Het Nederlandse recht kent diverse methodes om dit soort geschillen op te lossen:

  • Enquêteprocedure met onmiddelijke voorzieningen; voordeel: relatief snel ingrijpen met zware onmiddelijke voorzieningen zoals schorsing van een bestuurder of benoeming van een extra commissaris kan een onderneming uit een bestaande ‘impasse’ redden. Nadeel: veel ondernemingen overleven de kosten van een dergelijke procedure niet.
  • Wettelijke (gedwongen) uitkoopregeling. Ieder van de aandeelhouders kan hier een beroep op doen, maar de uitkomst is ongewis en de procedure duurt veelal te lang.
  • ‘Wip-aandeel’: het plaatsen van een aandeel bij een partij die door beide aandeelhouders wordt vertrouwd en die na goed te zijn geïnformeerd door partijen zonder last of ruggenspraak stemt. Dit kan betekenen dat een van de twee aandeelhouders moet aftreden als bestuurder en de andere aandeelhouder het verdere beleid kan bepalen (binnen redelijke grenzen, want anders kan de wipaandeelhouder weer tegen dat beleid stemmen).
  • Statutaire geschillenregeling: in de statuten kan een bindend advies procedure, arbitrage, aanbiedingsregeling of andere geschillenregeling worden opgenomen. Veelal voorzien de statuten in een vaststelling van de waarde door een deskundige, maar juist bij bedrijven die nog in de opstartfase zitten blijkt dit nogal eens tot grote verschillen van inzicht aanleiding te geven.
  • Contractuele geschillenregeling: in de aandeelhoudersovereenkomst kan een bindend advies procedure, arbitrage, aanbiedingsregeling of andere geschillenregeling worden opgenomen.

Wanneer een van de aandeelhouders een evident groter historisch, emotioneel of inkomensbelang heeft in de zaak (grondlegger, eigenaar van bepaalde merkrechten, auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten) is het aan te raden dat als zodanig te benoemen en daar in geval van een impasse ook een recht op uitkoop en voortzetting aan te verbinden. Dan is alleen nog de waarde van de aandelen in geschil.

Een andere regelmatig gebruikte oplossing is de zogenaamde ‘Chinese Suicide Clause’ (ook wel bekend als ‘Mexican Standoff’). Deze werkt zo dat wanneer de ene aandeelhouder de ander diens aandelen aanbiedt tegen een bepaald bedrag, de ander dat aanbod niet hoeft te accepteren, maar die weigering direct een aanbod van de aandelen van die ander aan de oorspronkelijke aanbieder tegen dezelfde prijs inhoudt. En de oorspronkelijke aanbieder moet die aandelen dan ook overnemen tegen die prijs. Op deze manier weet je in ieder geval zeker dat een redelijke prijs wordt gevraagd.

Kortom, er zijn vele oplossingen denkbaar voor deze zeer alledaagse situatie. Waarbij de situatie niet minder pijnlijk wordt, maar de gevolgen voor de aandeelhouders en de andere belanghebbenden bij de B.V. wel zo veel mogelijk binnen de perken worden gehouden.

 

Vragen?

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met ons team Ondernemingsrecht.