Op dit webblog schreven we al eerder over het ‘recht om vergeten te worden’ (zie hier en hier). Het Europees Hof van Justitie (HvJEU) heeft in mei 2014 geoordeeld dat Google verplicht is zoekresultaten te verwijderen die inbreuk maken op de privacy van Europese burgers. Uit de uitspraak van het HvJEU is echter geen algemene conclusie te trekken ten aanzien van de plicht van Google. Per situatie moet Google beoordelen of sprake is van een (te grote) inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokken persoon. Zo speelt enerzijds de aard en gevoeligheid van de betrokken informatie, en anderzijds het belang van het publiek om over de informatie te beschikken een rol.

De rechtbank Amsterdam heeft ook in onderhavig geval een belangenafweging gemaakt en oordeelde: “De belangenafweging moet in dit geval in het nadeel van [verzoeker] uitvallen. Hiertoe wordt het volgende overwogen. Het artikel is weliswaar uit [jaar] en derhalve van [jaar] geleden, maar dit betekent nog niet dat het niet langer relevant is.” Hierbij is volgens de rechtbank van belang dat het NRC-artikel op zich juiste informatie verschaft. Bovendien ziet het NRC-artikel op handelen van de verzoeker zelf, waarmee hij volgens de rechtbank de publicaties die daarvan het gevolg zijn en de publieke belangstelling daarvoor in zekere zin over zichzelf heeft afgeroepen. Het NRC-artikel ziet daarnaast op handelen van verzoeker in zijn hoedanigheid van journalist en niet van verzoeker als privépersoon, terwijl verzoeker nog steeds werkzaam is in de journalistieke sector. Tenslotte geldt dat onweersproken is dat plagiaat, ook in lichte vorm, in journalistieke kringen als een ernstig vergrijp wordt gezien.

De rechtbank zoekt in deze belangenafweging (uiteraard) bewust aansluiting bij het arrest van het HvJEU en met name ook bij de door de privacytoezichthouders opgestelde richtlijnen naar aanleiding van het arrest.

Alle belangen afwegende oordeelt de rechtbank: “In het licht van deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank van belang dat deze informatie beschikbaar is én ook in de toekomst zal blijven. Dit geldt zeker voor de journalistieke beroepsgroep en in het bijzonder voor mogelijke toekomstige opdrachtgevers van [verzoeker] die de mogelijkheid moeten hebben om een eigen afweging te maken en daarbij de aan [verzoeker] verweten handelingen moeten kunnen betrekken. Zij moeten zelf kunnen afwegen of en in hoeverre de ernst van het “vergrijp” van [verzoeker] en de omstandigheid dat het lang geleden heeft plaatsgevonden voor hen van belang is. Daarmee bestaat ook voor Google belang om die informatie te kunnen aanbieden. In zoverre kan niet gezegd worden dat het zoekresultaat met betrekking tot het NRC-artikel bovenmatig of niet relevant is.”

Interessant is dat de journalist in kwestie tenslotte nog had aangevoerd dat de link naar het NRC-artikel een prominente plaats in het zoekresultaat van Google inneemt, terwijl dat niet geldt voor links naar artikelen die hem ontlasten en steunen. Hoewel dit standpunt enigszins begrijpelijk is, gaat de rechtbank niet mee in deze redenering: “Deze omstandigheid kan evenwel niet tot een ander oordeel leiden. De koppeling is immers het gevolg van het zonder menselijke tussenkomst functionerende, geautomatiseerde, algoritmische systeem van de zoekmachine. Aan die functie wordt, zoals eerder overwogen, maatschappelijk belang gehecht. De NRC is een landelijk dagblad is en dat heeft volgens Google tot gevolg dat het artikel in het zoekresultaat hoger in relevantie wordt gewaardeerd dan een stuk in bijvoorbeeld een regionaal blad of een persoonlijk blog. Dat uit de kop van het artikel waarnaar wordt verwezen en de snippet van de inhoud die door de zoekmachine van elke koppeling wordt weergegeven, zoals [verzoeker] betoogt, een vertekend beeld kan ontstaan, is tevens inherent aan de (goede) werking van de zoekmachine en vindt zijn rechtvaardiging in het feit dat tegelijkertijd de volledige, niet-vertekende informatie, te weten het volledige artikel, door middel van diezelfde koppeling beschikbaar is. De prominentie van de koppeling in het zoekresultaat zou kunnen worden gecorrigeerd door de koppeling (relatief) minder prominent in het zoekresultaat weer te geven. Dit is evenwel, naar Google onweersproken heeft aangevoerd, technisch onmogelijk en het verzoek van [verzoeker] is hier ook niet op gericht.”

Wederom is dus gebleken dat een beroep op ‘het recht om vergeten te worden’ in lang niet alle gevallen wordt gehonoreerd.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.