Advocaten en notariaat in Leiden en Den Haag
Menu
Franchiserecht

Ex-franchisenemer graaft eigen graf door non-concurrentiebeding te overtreden (deel 2)

16 november 2015 - 2 minuten leestijd

In een eerdere weblog (zie hier) is aandacht besteed aan de overtreding van een postcontractueel non-concurrentiebeding door zekere ex-franchisenemers in de regio Gelderland van een begrafenis franchiseformule. De franchisegever meende onder andere dat deze ex-franchisenemers (geen natuurlijke personen, maar besloten vennootschappen) in strijd handelden met dit beding door een concurrerende begrafenisonderneming te exploiteren.

De franchisegever startte vervolgens (succesvol) een kort geding tegen deze ex-franchisenemers. De rechter verbood niet alleen de ex-franchisenemers om nog concurrerende activiteiten te ontplooien, maar ook de natuurlijke persoon X die als bestuurder feitelijk aansturing gaf aan de besloten vennootschappen.

Naar aanleiding van dit kort geding heeft de franchisegever een bodemprocedure gestart bij de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2015:6874 – zie hier) teneinde onder meer contractuele boetes te verhalen op deze ex-franchisenemers uit hoofde van wanprestatie wegens overtreding van de franchiseovereenkomst. Ook werd er schadevergoeding gevorderd van persoon X uit hoofde van onrechtmatige daad.

Ook deze juridische actie van de franchisegever blijkt overwegend succesvol te zijn, waarschijnlijk vanwege het volledige dossier waarover de franchisegever leek te beschikken. In het vonnis wijst de rechtbank erop dat de ex-franchisenemers te houden zijn aan het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. Nu zij dit beding aantoonbaar hebben overtreden, dienen zij de in de franchiseovereenkomst bepaalde contractuele boetes te voldoen. Ten aanzien van persoon X oordeelt de rechtbank dat hij onrechtmatig jegens de franchisegever heeft gehandeld en om die reden aansprakelijk is voor de schade die de franchisegever heeft geleden. Een nadere schadestaatprocedure zal moeten uitmaken wat de omvang van die schade is.

Uit het vonnis blijkt helaas niet duidelijk waarom de betreffende ex-franchisenemers en persoon X van mening waren dat zij het non-concurrentiebeding hadden mogen overtreden. Het lijkt er bijna op dat zij hebben gegokt dat zij ermee zouden wegkomen. Ten onrechte blijkt nu. Wat daar ook van zij: non-concurrentiebedingen blijven zaken waar een ex-franchisenemer niet lichtzinnig mee dient te marchanderen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]

Ook interessant?