
Entree fee betalen, ook als de franchise maar kort duurt
Veelal zal een franchisenemer direct bij de start van de franchise zogenaamde ‘entree fee’ of ‘entree geld’ moeten betalen aan de franchisegever. De bedragen die daarmee gemoeid zijn variëren van € 0 (vaak bij kleine/startende franchiseformules) tot € 50.000 (bij grote ketens). Een startende franchisenemer kan dit mogelijk vreemd vinden; nog voordat er ook maar een dag onder de vlag van de formule is geëxploiteerd, dient er een (soms) aanzienlijk bedrag voldaan te worden aan de franchisegever.
De bedoeling van een entree fee is om als vergoeding te gelden voor al het werk, tijd en geld dat de franchisegever in haar formule heeft gestopt om deze (verder) te ontwikkelen en er een succes van te kunnen maken. Door deze inspanningen is er idealiter sprake van een goed getest concept dat al aanzienlijke naamsbekendheid geniet bij het publiek, waardoor de onderneming van de franchisenemer een vliegende start kan maken. Via de entree fee ziet de franchisegever in ieder geval een gedeelte van deze eerdere inspanningen beloond. Volgens sommigen fungeert de entree fee verder als een zeef: door een drempel op te werpen voor deelname aan de formule, zullen enkel de echt gemotiveerde en geïnteresseerde (kandidaat-)franchisenemers overblijven.
In een kwestie die onlangs speelde bij het gerechtshof Den Bosch (lees het arrest hier) hadden een franchisenemer en franchisegever een franchiseovereenkomst gesloten. Op grond daarvan diende de franchisenemer in ieder geval een entree fee van € 5.000 te betalen. Deze fee werd echter niet (volledig) voldaan en wegens privé omstandigheden beëindigde de franchisenemer na slechts enkele maanden de samenwerking met de franchisegever. De franchisegever sprak vervolgens de (ex-)franchisenemer aan op betaling van de entree fee, doch deze meende dat zij daartoe niet verplicht was nu de samenwerking al na enkele maanden was beëindigd.
Het hof is het echter niet eens met de (ex-)franchisenemer dat deze de entree fee niet zou hoeven te betalen. Aldus het hof is een franchisenemer aan de franchisewerkgever een entreevergoeding verschuldigd als compensatie voor de investeringen die de franchisegever heeft gedaan voor de ontwikkeling van het franchiseconcept. Het maakt dan ook niet uit wanneer de samenwerking wordt beëindigd: maakt de franchisenemer op enigerlei wijze gebruik van de formule, dan is hij een entreevergoeding verschuldigd. Zo ook deze (ex-)franchisenemer.
Het voorgaande bevestigt dat het nooit goed is om (te) lichtvaardig een franchise te starten, maar dat een gedegen voorbereiding altijd nodig is. Daarbij behoort uiteraard ook een inschatting in hoeverre de door de franchisegever gevraagde entree fee reëel is gezien de status van de franchiseformule. Met andere woorden: wat brengen andere soortgelijke formules in rekening? En zijn er twijfels? Niet inhalen!
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, m.dewijs@declercq.com
Ook interessant?

