
Teleurgestelde franchisenemers spreken adviseur aan op ondeugdelijke prognoses
In een eerdere blog (lees hier) merkte ik al op dat er een tendens gaande lijkt te zijn dat franchisenemers tegenwoordig niet alleen de franchisegever aanspreken in het geval van zogenaamde ‘prognose kwesties’. Externe adviseurs die de (al dan niet ondeugdelijke) prognose feitelijk hebben opgesteld, worden ook steeds vaker op de korrel genomen door teleurgestelde franchisenemers.
Zo ook in onderhavige kwestie (lees het arrest in incident hier), waarbij een voormalige franchisenemer van een stomerijketen zijn voormalige accountant aanspreekt op de (on)deugdelijkheid van de eerder door deze accountant verstrekte exploitatieprognose. Kennelijk was de franchisenemer op grond van de franchiseovereenkomst verplicht om deze accountant in te schakelen voor de boekhouding gedurende de looptijd van de franchise. De accountant had de franchisenemer – voor het sluiten van de franchiseovereenkomst – ook voorzien van een exploitatieprognose. Volgens de voormalige franchisenemer heeft deze ‘formule-accountant’ echter moedwillig bepaalde informatie verzwegen en een (te) rooskleurige exploitatieprognose verstrekt om deze franchisenemer te bewegen om de franchiseovereenkomst te sluiten met de franchisegever. De daardoor geleden schade wenst de voormalige franchisenemer nu op de accountant te verhalen.
In eerste aanleg heeft de franchisenemer bij de rechter echter geen gelijk gekregen, waarna hij in hoger beroep is gegaan bij het gerechtshof in Den Bosch. Behalve de (hoofd)vordering tot schadevergoeding heeft de franchisenemer in hoger beroep ook een incidentele vordering ingediend op grond van artikel 843a Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Op grond van dat artikel kan een ieder die daarbij een rechtmatig belang heeft inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde relevante stukken (zie ook deze blog). In dit geval wil de franchisenemer, onder andere, dat de accountant de (omzet)cijfers van eerdere franchisenemers overlegt, omdat er sterke vermoedens zijn dat de accountant met deze cijfers zou hebben gerommeld met het oog op de prognose. Door de beschikking te krijgen over deze oorspronkelijke cijfers hoopt de franchisenemer zijn stelling te kunnen onderbouwen dat er sprake is van een ondeugdelijk opgestelde prognose.
Het gerechtshof wijst de incidentele vordering van de franchisenemer echter af, mede omdat de voormalige franchisenemer geen onredelijk nadeel zal lijden als de cijfers van de vorige franchisenemers niet beschikbaar zouden komen. Aldus het hof kan de franchisenemer ook via andere wegen bewijzen dat de prognose ondeugdelijk is, onder meer door een deskundige in te schakelen die de prognose beoordeelt. Dat had de franchisenemer overigens ook al gedaan. Het hof ziet dan ook geen reden om de accountant te verplichten om de cijfers te verstrekken.
Nu dit incident is afgewikkeld, zal in de hoofdzaak aan de orde komen in hoeverre de accountant onjuist heeft gehandeld en inderdaad met cijfers heeft gerommeld.
In het algemeen kan opgemerkt worden dat een ‘formule-accountant’ al snel tussen twee vuren in kan komen te zitten. Aan de ene kant zal de accountant loyaliteit kennen jegens zijn cliënten – de franchisenemers – maar de accountant zal eveneens belang hebben om zijn broodheer – de franchisegever – te vriend te houden. Dat spanningsveld kan uiteraard tot ongewenste situaties leiden. In hoeverre daar in onderhavige kwestie ook sprake van is geweest, zal nog moeten blijken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]
Ook interessant?

