Gevolg van brand

De feiten zijn als volgt. Verhuurder (woningstichting) verhuurt een woning aan huurder. Op 27 maart 2009 is brand uitgebroken in een houten schuur in de achtertuin van de woning. De schuur is in 1989 gebouwd door huurder. Als gevolg van de brand is asbestbesmetting opgetreden.

Huurder aansprakelijk gesteld

De verhuurder stelt de huurder aansprakelijk voor de schade die verband houdt met de vrijgekomen asbestdeeltjes. Verder voert verhuurder aan dat huurder in strijd heeft gehandeld met de huurovereenkomst, door destijds zonder toestemming een houten schuur te plaatsen met asbesthoudende golfplaten. Volgens verhuurder is dan ook sprake van een tekortkoming. Huurder voert ondermeer aan dat geen toestemming was vereist, aangezien de schuur zonder noemenswaardige kosten ongedaan/verwijderd kon worden na afloop van de huur. Ook heeft verhuurder volgens huurder de schuur gedoogd en had verhuurder de schuur veel eerder kunnen verwijderen.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat verhuurder de schuur ruim voor 2009 kende, dan wel redelijkerwijs had kunnen ontdekken. Van een woningstichting mag namelijk verwacht worden dat zij haar huurwoningen regelmatig inspecteert. Verhuurder heeft huurder in de periode 1989 – 2009 ook nooit gesommeerd de schuur te verwijderen. Van een tekortkoming aan de zijde van huurder is dan ook geen sprake. Verhuurder kan geen schadevergoeding vorderen wegens die tekortkoming. Daarnaast is volgens de rechter beperkt verband tussen de oprichting van de schuur en de gestelde schade. De brand heeft pas plaatsgevonden 20 jaar na oprichting van de schuur. Huurder had de brand daarbij niet kunnen voorkomen en hem treft geen verwijt van het ontstaan van de brand in de schuur. De vordering van verhuurder wordt dan ook afgewezen.

Vragen?

Heeft u vragen over de aansprakelijkheid van een huurder, neemt u dan contact op met ons team vastgoed.