De gemeente Vught heeft in september 2014 een aanbesteding van groenonderhoud aangekondigd. In het bestek is de eis opgenomen dat de inschrijver in de afgelopen 3 jaren aantoonbare ervaring heeft gehad met het in hoofdaanneming uitvoeren en opleveren van een opdracht op (onder meer) het onderhoud van bomen met minimaal 700 stuks per jaar. De gemeente is voornemens de opdracht aan een bepaalde inschrijver te gunnen. Twee andere inschrijvers maken daartegen bezwaar. Zij stellen dat de bewuste inschrijver niet aan de gestelde ervaringseis voldoet. Het door die inschrijver als referentiewerk opgevoerde ‘Wijkonderhoud 2012-2014 te Arnhem” was namelijk ten tijde van de inschrijving (15 oktober 2014) nog niet afgerond (te oordelen naar de naam van het werk liep dit af op 31 december 2014) en dus nog niet opgeleverd. Dat werd wel in het bestek geëist. De inschrijving zou dan ook terzijde moeten worden gelegd.

De Voorzieningenrechter oordeelt dat oplevering van werk in dit geval niet in strikte zin moet worden uitgelegd. Bij het referentiewerk werden jaarlijks de hoeveelheden bepaald, de gemeente Arnhem hield jaarlijks een aannemersbeoordeling en de gemeente Arnhem heeft verklaard dat de bewuste inschrijver het werk in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2013 naar behoren en op een vakkundige en regelmatige wijze heeft uitgevoerd. De rechter oordeelt op grond hiervan dat het werk is opgenomen en is goedgekeurd. Daarmee is sprake van oplevering van het werk in de zin van het bestek. Het is overigens niet vanzelfsprekend dat voorzieningenrechters bepalingen in aanbestedingsstukken vrijelijk uitleggen.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Per van der Kooi, Advocaat Vastgoed.