In deze uitspraak ging het om een wijziging van de functie-indeling wegens een reorganisatie bij de gemeente Delft. De betrokken ambtenaar heeft sinds 1 januari 2013 – gelijk met alle ambtenaren – een aanstelling in algemene dienst.  Zij is werkzaam de functie van medewerker beheer bij de Afdeling Productondersteuning van het cluster Klant Contact Centrum (KCC) en is ingeschaald op de bij deze functie behorende maximumsalaris in salarisschaal 7. Functies en werkprocessen zijn opnieuw ingericht. Ook is een nieuw functiewaarderingssysteem in het leven geroepen. Bij het bestreden besluit heeft de gemeente Delft de functie van de betrokken ambtenaar ingedeeld in het werkprofiel ‘administratief’. Volgens de gemeente Delft is er sprake van een informele herschikking, die de ambtenaar niet in haar rechtspositie treft.

De rechter kan de vraag of de inpassing van de ambtenaar in een  functie in rechte houdbaar slechts terughoudend toetsen. De rechter zal zich daarom, naast de overigens in aanmerking komende toetsing aan regels van geschreven en ongeschreven recht, beperken tot de vraag of de inpassing van de ambtenaar in de betreffende functietypering op voldoende gronden berust. Alleen indien de inpassing onhoudbaar is, kan tot vernietiging van het bestreden besluit worden overgegaan. (Zie bijvoorbeeld uitspraak d.d. 17 maart 2011 van de Centrale Raad van Beroep,  ECLI:NL:CRVB:2011:BP9661.) Voor een oordeel dat de inpassing onhoudbaar is, is ontoereikend om  aan te voeren dat inpassing in een ander functieprofiel op zichzelf denkbaar en verdedigbaar is.

In dit geval stelt de rechtbank vast dat de herindeling ertoe leidt dat de ambtenaar wordt ingeschaald op een schaal 6 functie, terwijl zij eerder een schaal 7 functie bekleedde.  Op die wijze wordt de rechtspositie van de ambtenaar aangetast. Een dergelijke terugplaatsing is alleen rechtmatig ,indien deze gepaard gaat met de nodige waarborgen. Volgens de rechter had ten minste de garantie moeten worden gegeven dat de gemeente zich inspant om de ambtenaar zo spoedig mogelijk weer op eigen niveau te laten werken. Nu deze waarborgen ontbreken, moet het bestreden besluit wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel worden vernietigd. Bovendien is gebleken dat collega’s in hoger gewaardeerde functieprofielen zijn ingedeeld op grond van het feit dat hun achtergrond en inhoud steviger wordt geacht. Aan de betrokken ambtenaar wordt onthouden wat collega’s wel is toegekend. Het besluit krijgt daarmee het karakter van een beoordeling. Bij een reorganisatie met als doel een informele herschikking mogen persoonlijke aspecten als opleidingsniveau of stevigte  géén rol bij de herindeling spelen. Het besluit tot functie-herindeling kan dus geen stand houden.

Vragen?

Heeft u vragen over een besluit tot functie-indeling of over een reorganisatie, dan kunt u contact opnemen met Henriëtte van Baalen, advocaat Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.