Toen ik vanmorgen een pakje sesamzaad openmaakte, trof ik op de verpakking een opmerkelijke zin aan: “This in no way affects your statutory rights”. Ik heb mijn hoofd er over gebroken, maar het antwoord weet ik nog steeds niet. Waar dacht de fabrikant in vredesnaam aan toen hij deze zin op de verpakking liet opnemen? Als het de bedoeling was van de fabrikant om mij gerust te stellen, is deze missie in ieder geval niet geslaagd. Vanaf nu zal ik mij steeds afvragen: wat is er mis met dit spul, dat zo’n vreemde disclaimer kennelijk nodig is?

Dit is precies één van de problemen met disclaimers. Natuurlijk, als advocaat raad ik ieder bedrijf met klem aan goede algemene voorwaarden te hanteren, met daarin de gebruikelijke disclaimers (ook wel ‘exoneraties’ genoemd). Op deze website is al eerder op uitstekende wijze uitgelegd aan welke voorwaarden dergelijke voorwaarden moeten voldoen (zie bijvoorbeeld ‘Wanneer zijn algemene voorwaarden geldig?’ en ‘Wiens algemene voorwaarden gelden?’). Ook de lijst met ‘verdachte’ of ‘verboden’ bepalingen is reeds uitgebreid besproken (de zogenaamde grijze en zwarte lijst).

In de praktijk kom ik echter met grote regelmaat allerlei onzinnige disclaimers tegen. Zo zie ik regelmatig websites met onderaan de website een kopje ‘disclaimer’. Als je hierop klikt, deelt de websitehouder mee dat hij in geen geval aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door de website. Vaak gaat een dergelijke mededeling vergezeld met iets in de trend van “als je het hier niet mee eens bent, moet je de website niet gebruiken.” Leuk geprobeerd, maar in Nederland komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In een grote meerderheid van de gevallen zal een dergelijke disclaimer niet gelden als ‘aanbod’ en ook zeker niet ‘aanvaard’ zijn door de bezoeker. Hetzelfde geldt voor e-maildisclaimers die je regelmatig ziet: “De verzender is niet aansprakelijk indien deze e-mail een virus bevat”. Wederom leuk geprobeerd, maar geen rechter zal zich hier wat van aantrekken.

Ten slotte een ander voorbeeld: ik bezoek graag af en toe een concert. Veelal heb ik echter geen zin om de hele avond met mijn jas rond te sjouwen, dus deze gaat naar een garderobe. Voor € 1,50 krijg ik een stukje plastic met een nummertje, op vertoon waarvan ik aan het einde van de avond mijn jas terugkrijg. Tenminste, als het goed is. Want bijna altijd hangt daar dat onheilspellende bordje: “De directie is niet aansprakelijk voor verlies, diefstal en/of beschadiging van uw eigendommen.” Juridisch gezien is een dergelijke mededeling vrijwel nutteloos, want de garderobe heeft als ‘bewaarnemer’ een bepaalde zorgplicht die niet met een simpel bordje weggenomen kan worden. En commercieel is een dergelijk bordje evenmin handig, want mijn vertrouwen in de dienstverlener neemt hard af na het lezen van een dergelijk bordje.

Kortom: disclaimers zijn van groot belang, maar gebruik ze op de juiste manier. Vind een goede balans tussen het juridische belang en het commerciële belang. Ik kan me niet voorstellen dat ook maar één klant zit te wachten op een flauwekul-disclaimer op een pakje sesamzaad.

Vragen?

Heeft u vragen over disclaimers,

neemt u dan contact op met Natascha van Duuren, Advocaat/Partner IE/ICT-recht