Zoals in een eerdere column reeds toegelicht (zie hier) zal de rechter bij onduidelijkheid over de uitleg van een artikel in de franchiseovereenkomst gebruik maken van de zogenaamde ‘Haviltex’-normering. Deze houdt – kort gezegd – in dat de rechter alle omstandigheden van het concrete geval moet meewegen, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen. Op grond daarvan zal de rechter een oordeel vormen over welk van partijen gelijk heeft en welke uitleg redelijkerwijs juist is.

In dat kader dient gewezen te worden op de zogenaamde ‘contra proferentem’ – regel. Deze regel houdt, kort gezegd, in dat als een beding in de algemene voorwaarden voor meer dan één uitleg vatbaar is, de uitleg gekozen dient te worden die het meest gunstig is voor de wederpartij van diegene die de algemene voorwaarden heeft opgesteld. De tekst waarover discussie is, wordt in dat geval dus uitgelegd ten nadeel van diegene die het heeft opgesteld. Deze regel kan ook van toepassing zijn tussen professionele partijen. Wordt de overwegend grotere professionaliteit en kennis van de franchisegever afgezet tegen die van de franchisenemer, dan is zonder meer te betogen dat in beginsel een franchisenemer een beroep zou kunnen doen op de ‘contra proferentem’ – regel. Aangezien een doorsnee franchiseovereenkomst voornamelijk bestaat uit algemene voorwaarden is dat uiteraard gunstig voor de franchisenemer.c

In principe geldt de ‘contra proferentem’ – regel dus alleen als er sprake is van algemene voorwaarden. Onlangs heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch echter bepaald (lees het arrest hier) dat deze regel ook van toepassing kan zijn op bepalingen die geen algemene voorwaarde zijn, maar bepalingen waarover afzonderlijk door partijen is onderhandeld, de zogenaamde kernbedingen van een overeenkomst.

Indien een franchisenemer een beroep wil doen op voornoemde regel, dan hoeft er – op grond van voornoemde uitspraak – dus geen onderscheid meer gemaakt te worden tussen bedingen die in elke franchiseovereenkomst van die formule voorkomen (de algemene voorwaarden) en de voorwaarden waar partijen nog afzonderlijk over hebben onderhandeld. Een onduidelijkheid in een door de franchisegever opgestelde overeenkomst kan dan – ongeacht de aard van het beding – de voor de franchisenemer meest gunstige uitleg krijgen. Eén en ander brengt met zich mee dat het des te belangrijker is dat de uitleg van een de franchiseovereenkomst eenduidig is, teneinde rechtsonzekerheid te voorkomen. Een kritische blik is dan ook noodzakelijk!

Heeft u vragen over deze casus, neemt u dan contact op met Menno de Wijs.