De hoogste rechter legt daarmee de lat voor onzorgvuldig handelen door de overheid bij informatieverstrekking bewust een stuk lager dan wat de lagere rechter vond. Komt deze onzorgvuldigheid aan het licht in een bestuursrechtelijke procedure, dan betekent dit bovendien niet dat er bij de civiele rechter geen schadevergoeding meer gevorderd kan worden. Ook al bestaat de schade vanwege onzorgvuldige informatieverstrekking uit kosten voor juridisch advies die men in het kader van een bestuursrechtelijke procedure heeft moeten maken om zijn gelijk te krijgen. Belangrijke voorwaarde hiervoor is wel dat het tekortschietende overheidsorgaan geen directe partij was in het bestuursrechtelijke geschil

In deze zaak ging het om een ondernemer die schadevergoeding van de Nederlandse Staat vorderde, nadat bij de bestuursrechter was gebleken dat de burgemeester van Groningen de vergunningen voor zijn prostitutiebedrijf onterecht had ingetrokken. De burgemeester had zich met het oog daarop laten adviseren door het speciaal voor dit soort kwesties  opgerichte Bureau Bibob. Het advies van het Bureau Bibob en het daaraan ten grondslag liggende onderzoek was niet op zorgvuldige wijze tot stand gekomen, zodat de bestuursrechter de intrekking ongedaan maakte. De ondernemer stapte daarna naar de civiele rechter, omdat hij onder meer de juridische kosten die hij had moeten maken in het bestuursrechtelijke traject vergoed wilde zien. De Nederlandse Staat vond dat het deze kosten niet hoefde te vergoeden. Ten eerste omdat het de burgemeester was geweest die onrechtmatig heeft gehandeld en niet het Bureau Bibob. Ten tweede omdat de bestuursrechter de burgemeester al in de proceskosten had veroordeeld.

Het Gerechtshof ging mee met deze redenering van de Nederlandse Staat en vond  dat het Bureau Bibob pas onrechtmatig zou handelen wanneer het bewust onjuiste informatie over de ondernemer zou verstrekken. Volgens de Hoge Raad legt het hof hiermee echter een te strenge  maatstaf aan om te vast te stellen of sprake is van een onrechtmatige daad. Ook gewoon onzorgvuldig is al onzorgvuldig genoeg.

Ten aanzien van het tweede argument maakt de Hoge Raad duidelijk dat het inderdaad het uitgangspunt is dat de vergoeding van kosten die gemaakt zijn in een bestuursrechtelijk geschil uitsluitend door de bestuursrechter kunnen worden toegewezen. Dit uitgangspunt gaat echter niet zo ver dat de schadevergoedingsplicht van een aansprakelijke derde, die geen partij was in het aan de bestuursrechter voorgelegde geschil, komt te vervallen. De Hoge Raad verwijst ten slotte de zaak terug naar een ander Gerechtshof

Arjen van Rijn

 

Vragen?

Heeft u vragen over deze zaak , neemt u dan contact op met Arjen van Rijn.