Door de wijziging verandert artikel 5 van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Hierin staat dat een horecalokaliteit voorzien moet zijn van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit.

Aan dit artikel wordt nu een tweede lid toegevoegd dat een uitzondering op deze regel formuleert. Hierdoor hoeft een horecalokaliteit die zich in een beschermd monument bevindt niet meer aan de hoofdregel van artikel 5 te voldoen. Wel dient dan aangetoond te worden dat op een andere wijze in luchtverversing voorzien kan worden die leidt tot een vergelijkbare luchtkwaliteit indien er wel een mechanische ventilatie-inrichting zou zijn geplaatst.

 

In de Nota van Toelichting schrijft de staatssecretaris dat deze wijziging bijvoorbeeld een uitkomst kan bieden voor een beoogde horecagelegenheid in een oud kerkgebouw waar reeds van nature voldoende luchtverversingscapaciteit is.

 

Dat deze wijziging wellicht geschillen kan voorkomen, bewijst de onlangs verschenen uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 9 april 2014, nr. 201306353/1/A1. In deze zaak verzocht een stichting de gemeente Leiden om handhavend op te treden tegen onder meer het plaatsen van een ventilatorunit in een rijksmonument ten behoeve van horeca-activiteiten. Voor dergelijke ventilatie bestaat nu dus een alternatieve oplossing.

Vragen?

Heeft u vragen over deze wijziging in de regelgeving, neemt u dan contact op met Arjen van Rijn.