Advocaten en notariaat in Leiden en Den Haag
Menu
Franchiserecht

Webwinkel franchisegever geen inbreuk op het exclusieve rayon franchisenemer

27 maart 2014 - 2 minuten leestijd

Een franchiseformule kan er verstandig aan doen om een (centrale) webshop te openen om de naamsbekendheid van de betreffende formule onder potentiële klanten te vergroten. Deze webshop zal, mede met het oog op de kwaliteit en de benodigde investeringen, doorgaans gedreven worden door de franchisegever.

Ondanks dat een dergelijke webshop voordelen kan opleveren voor de franchisenemers kan zij ook op gespannen voet komen te staan met de exclusieve rayons van de franchisenemers. De franchisenemers betalen immers een franchise fee om gevrijwaard te blijven van concurrentie vanuit hun eigen formule in hun exclusieve rayons.

In dat kader kan gewezen worden op een recente kwestie bij het gerechtshof te Den Haag (Lees het arrest hier) waarbij een (ex-) franchisenemer zijn voormalige franchisegever, onder meer, verweet dat zij het overeengekomen exclusieve rayon had geschonden door een landelijke internetwinkel te openen. Alhoewel het arrest verder weinig details over de betreffende internetwinkel geeft, was er kennelijk sprake van een internetwinkel waarbij de franchisenemers niet actief betrokken waren terzake bijvoorbeeld de levering.

Het gerechtshof was van mening dat de franchisegever niet onrechtmatig of onzorgvuldig had gehandeld door een webshop te openen. Het hof wees er op dat in de franchiseovereenkomst alleen was bepaald dat het de franchisegever niet toegestaan was om additionele winkels te vestigen in het exclusieve rayon, dan wel om derden in dat rayon in franchiseverband een winkel te laten exploiteren. Aldus het gerechtshof zag deze bepaling enkel toe op stoffelijke winkels (‘bricks’) en niet op een internetwinkel. Ook vond het gerechtshof het niet overtuigend dat de opening van de webshop de franchisenemer alleen maar schade had berokkend.

Op grond van de letterlijke tekst van de franchiseovereenkomst heeft het gerechtshof gelijk als zij stelt dat het exclusieve rayon enkel toeziet op stoffelijke winkels. Wordt echter gekeken naar de geest van een exclusiviteitsbepaling dan is dat uiteraard om de franchisenemer te beschermen tegen ongewenste concurrentie vanuit de formule. Wordt vanuit die invalshoek geredeneerd, dan zou een andersluidend oordeel ook te billijken zijn. Te meer als er tegenover de (in ieder geval potentiële) concurrentie van de webshop geen aantoonbaar profijt staat ten gunste van de franchisenemers. Op grond van voornoemd arrest moet een internetwinkel van de franchisegever echter geduld worden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]

Ook interessant?