Nadere bestudering van de voorgestelde versterking van de curator leert dat de groep van personen waartegen actie kan worden ondernomen, groter wordt. Of dit de aanpak van fraude succesvoller maakt, is echter de vraag. Curatoren zien regelmatig aanwijzingen voor fraude binnen een faillissement, maar hebben niet de financiële middelen om een gedegen onderzoek te verrichten. In een interview met diverse curatoren in het NRC Handelsblad afgelopen weekend wordt juist dit gebrek aan financiële armslag als één van de oorzaken van het achterblijven van de aanpak besproken. Ten aanzien van dit punt geeft het wetsvoorstel uitsluitend aan dat nadere regels kunnen worden opgesteld. Feitelijk gebeurt daar vooralsnog dus niets mee.

Voor wat betreft de strafbaarstelling van diverse gedragingen in (de periode voor) faillissementen, lijkt van belang dat de gevolgen hiervan goed worden doordacht. Vanzelfsprekend is het een goede ontwikkeling indien de fraudeurs in faillissementen worden aangepakt. Echter, zoals de formulering van de diverse wetsartikelen nu is, bestaat het risico dat de niet kwaadwillende bestuurders of andere betrokkenen bij een faillissement onbewust een misdrijf begaan door bijvoorbeeld de administratie niet op orde te hebben. Het niet op orde hebben is niet goed te praten, maar in sommige gevallen en met alle hectiek voor een faillissement wel begrijpelijk. Worden deze mensen vervolgd? Reeds nu zijn er curatoren die met regelmaat trachten een boedelbijdrage te bewerkstelligen door met procedures ter zake het te laat deponeren van jaarstukken te dreigen. Met de strafrechtelijke aangifte ontstaat een extra dreigement, waarbij het nog maar de vraag is of dat in alle gevallen terecht is. Het zou goed zijn als aangifte uitsluitend na toestemming van de Rechter-commissaris plaatsvindt. In ieder geval bestaat alle reden om in de periode voor faillissement stil te staan bij alle handelingen ter voorkoming van aansprakelijkheid. De noodzaak tot zorgvuldigheid neemt met dit wetsvoorstel alleen maar toe. Voor vragen hierover kunt u bij De Clercq terecht. Het voorstel tot aanpassing van de faillissementswet  ligt op dit moment ter advies voor bij verschillende instanties.

Vragen?

Heeft u vragen over de aanpak van faillissementsfraude, neemt u contact op met Sacha Krekel,partner & advocaat.