Contractsvrijheid

Uitgangspunt is, dat ondernemingen vrijelijk kunnen kiezen met welke afnemers zij al dan niet een contractuele relatie aan willen gaan. Deze contractsvrijheid geldt in beginsel ook voor ondernemingen die in de betreffende markt een dominante positie innemen. Het is ondernemingen niet verboden een machtspositie in te nemen; wel dienen deze ondernemingen extra zorg te betrachten bij de wijze waarop zij binnen de markt opereren.

Misbruik van machtspositie

Misbruik van machtspositie is op grond van artikel 24 van de Mededingingswet verboden. Het uitsluiten of zelfs uitbuiten van andere ondernemingen is niet geoorloofd. Ingeval van “uitbuiting” wordt de economische machtspositie gebruikt om voordelen te behalen die onder normale (markt)omstandigheden niet behaald zouden kunnen worden. Ingeval van uitsluiting, versterkt een onderneming haar eigen positie verder door toetreding van (potentiele) concurrenten te bemoeilijken.

Andere ongeoorloofde gedragingen

Andere gedragingen dan de boven reeds genoemde, die mogelijk misbruik van machtspositie kunnen opleveren, zijn bijvoorbeeld:

  • het rechtstreeks of indirect opleggen van te hoge, te lage of discriminerende prijzen;
  • het toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties (zoals bijvoorbeeld prijsdiscriminatie) waardoor afnemers onderling nadeel ondervinden bij de mededinging;
  • gedragingen waarbij het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het
  • aanvaarden van bijkomende prestaties, die geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten (zogenaamde koppelverkoop);
  • het geven van getrouwheidskortingen.

ACM

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) waakt in Nederland over overtredingen van de Mededingingswet. De ACM kan onder andere boetes opleggen die kunnen oplopen tot maximaal 10 procent van de totale nettojaaromzet van de betreffende onderneming. Daarnaast kan een gelaedeerde onderneming in een civiele procedure schadevergoeding vorderen wegens onrechtmatige daad.

Specialist raadplegen

Om te kunnen bepalen of een onderneming een machtspositie inneemt dient de relevante markt te worden vastgesteld. Daarbij dient zowel de relevante product- of dienstenmarkt als ook de relevante geografische markt te worden bepaald, waartoe specialistische kennis is vereist.  Ingeval van twijfel over de geoorloofdheid van bepaalde handelingen verdient het dan ook aanbeveling een specialist op dit gebied te raadplegen.

vragen?

Heeft u vragen na het lezen van dit artikel, neemt u contact op met ons team ondernemingsrecht.