
Recente jurisprudentie over Europese Erecode toont noodzaak betere regeling aan
Eind vorig jaar hebben Kamerleden van de PvdA gevraagd aan de ministers van Veiligheid & Justitie en Economische Zaken of zij aanleiding zagen om franchising in Nederland wettelijk te regelen. Uit de reactie van de ministers (zie hier) blijkt dat een wettelijke regeling geen prioriteit heeft.
Hoewel deze reactie niet overtuigt (zie hier) blijkt er wel duidelijk uit dat de ministers waarde hechten aan de Europese Erecode inzake Franchising.
Uit een recente uitspraak van de rechtbank te Noord-Holland (zie hier) blijkt echter weer eens te meer dat op dit moment de Europese Erecode geen formele rechtskracht kent in Nederland. Aldus de rechtbank heeft de Erecode “hooguit” de status van een fatsoennorm en is het zeker geen verplichting die zonder meer bij de rechter kan worden afgedwongen door een franchisenemer.
Niet alle franchisenemers in Nederland kunnen dan ook (gemakkelijk) een beroep doen op deze Erecode. Een betere wettelijke regeling op dat punt zou dan ook zeker reëel zijn, mede gezien de waarde die de ministers aan de Europese Erecode inzake Franchising hechten. De wetgever is nu aan zet!
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Menno de Wijs, advocaat, [email protected]
Ook interessant?

