
Peildatum kennelijk onredelijk ontslag
In haar uitspraak van 8 april jl. heeft de Hoge Raad nogmaals de eerdere rechtspraak ten aanzien van de beoordeling van het kennelijk onredelijk ontslag bevestigd (HR 17 oktober 1999, NJ 1999, 266).
In deze uitspraak vernietigt de HR de uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch, waarbij de omstandigheden dat werknemer na ontslagdatum is aangemerkt als arbeidsgehandicapte en nadien een tijdelijk diensverband heeft gehad, heeft meegewogen in haar belangenafweging. De HR bepaalt dat voor de beantwoording van de vraag of de gevolgen van het ontslag voor de werknemer ernstiger zijn in vergelijking met het belang van de werkgever de omstandigheden die na het einde van het dienstverband zijn ingetreden buiten beschouwing dienen te blijven. Behoudens voor zover uit die omstandigheden aanwijzingen zijn te putten voor hetgeen uiterlijk op het tijdstip van ingaan van het ontslag kon worden verwacht met betrekking tot de gevolgen van het ontslag. Ditzelfde geldt voor de bepaling van de hoogte van een schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. (Bron: www.rechtspraak.nl, LJN BP4804)
Voor vragen of meer informatie kunt u terecht bij ons team Arbeid, Medezeggenschap & Pensioen.
Ook interessant?

