Casus

In deze zaak heeft de Centrale Ondernemingsraad (COR) van werkgever in een kort geding gevorderd om twee pilots voor een periode van 9 maanden met een arbodienstverlener op het terrein van verzuimbegeleiding te staken. De COR heeft werkgever medegedeeld niet in te stemmen met dit besluit, nu de betreffende arbodienstverlener niet aan de door de COR gestelde criteria voldoet. De COR heeft schriftelijk en tijdig de nietigheid van dit besluit ingeroepen. Werkgever stelt dat er nog geen sprake is van een besluit dat instemming behoeft omdat het slechts om een pilot en derhalve niet om een onomkeerbaar besluit gaat. De COR en werkgever hebben hun geschil aan de bedrijfscommissie voorgelegd. Omdat deze procedure nog niet is afgerond en de pilot inmiddels is gestart, vordert de COR thans in kort geding primair de pilot te staken omdat deze in strijd is met de Arbowet en subsidiair de pilot te staken omdat deze op grond van artikel 27 WOR instemmingsplichtig is.

Oordeel

Omdat de COR zich niet al in de dagvaarding maar pas tijdens de zitting op de Arbeidsomstandighedenwet heeft beroepen, oordeelt de kantonrechter dat werkgever niet in de gelegenheid is geweest hierop deugdelijk te reageren. Er kan daarom niet worden geconstateerd of het beroep op de Arbeidsomstandighedenwet tot afwijzing van de vordering moet leiden. Voorts oordeelt de kantonrechter dat het besluit instemmingsplichtig is omdat de pilots geruime tijd gevolgen zullen dan wel kunnen hebben voor een aanzienlijk grote groep (kwetsbare) werknemers. Dat het een proef betreft doet daar, aldus de kantonrechter, niet aan af. De COR heeft de nietigheid schriftelijk en tijdig ingeroepen, zodat de pilot moet worden gestaakt. Werkgever krijgt een termijn van 4 weken om vervangende maatregelen te treffen.

Vragen

Heeft u vragen over de instemmingsplicht, neemt u dan contact op met Barbara van Dam, Paralegal.