Uitspraak

Deze uitspraak heeft grote impact gehad op ondernemers die werken met een arbitragebeding. Het was immers niet langer duidelijk of dit beding voor een consument in het algemeen of alleen in specifieke omstandigheden onredelijke bezwarend was. Voor de gebruikers van een arbitragebeding had dit tot gevolg dat voor hen onzeker was welke instantie bevoegd is van geschillen kennis te nemen, de Raad voor Arbitrage of de burgerlijke rechter. De zaak is aan ons hoogste rechtscollege voorgelegd. De Hoge Raad heeft op 21 september jl uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte uit is gegaan van een algemene argumentatie. Dit leidt ertoe dat ieder gebruik van een arbitragebeding bij consumenten onredelijk bezwarend zou zijn. De Hoge Raad oordeelt dat dit een onjuiste rechtsopvatting is. Volgens de Hoge Raad kan een arbitragebeding voor een consument (slechts) onredelijke bezwarend zijn als dit volgt uit de concrete omstandigheden van het geval. Goed nieuws dus voor de gebruikers van arbitragebedingen. Zij kunnen zich (vooralsnog) zonder al te veel risico’s met geschillen tot het betreffende arbitrage instituut wenden. De consument moet stellen en bewijzen dat de concrete omstandigheden van het geval het arbitragebeding onredelijk bezwarend maakt.

Vragen?

Heeft u vragen over deze uitspraak, neemt u dan contact op met ons team ondernemingsrecht.