Er bestaat veel discussie over welke aspecten meegewogen moeten worden bij de toekenning van planschadevergoeding. Onder andere kwam tot voor kort betekenis toe aan eventuele gunstige veranderingen van de ruimtelijke planning na de aankoopdatum. Echter, in een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt nu bepaald dat slechts de planologische situatie ten tijde van de aankoop van belang is.

In deze zaak was bebouwing van een naastgelegen perceel mogelijk ten tijde van aankoop van een woning door X. De gemeente veranderde in de bestemming echter dat bebouwing op het naastgelegen perceel niet meer mogelijk was. Vervolgens gaf de gemeente later toch aan een derde partij een vrijstelling om een woning op het naastgelegen perceel te bouwen. Op het verzoek van X om planschadevergoeding, bepaalde de Afdeling dat geen rekening kon worden gehouden met de gunstige verandering na de aankoopdatum van zijn woning en dat alleen gekeken werd naar wat voorzienbaar was op het moment van de koop zelf. Toentertijd was bebouwing volgens het bestemmingsplan nog toegestaan, met als gevolg: X krijgt helemaal niks.

Met deze uitspraak maakt de Afdeling duidelijk dat voortaan één lijn zal worden gevolgd, waarbij schade die ten tijde van de aankoop van de eigendom van het onroerend goed voorzienbaar was, niet in aanmerking komt voor compensatie, ongeacht een latere gunstige wijziging van het toen geldende planologische regime. (Bron: www. rechtspraak.nl, LJN: BU8882).