Ziekte tijdens ouderschapsverlof

De hoofdregel

De hoofdregel voor ziekte tijdens ouderschapsverlof is dat het ouderschapsverlof niet wordt opgeschort als een werknemer ziek wordt. Het ouderschapsverlof loopt dus gewoon door tijdens ziekte. De werkgever zal, net als normaal bij ziekte, het loon van de werknemer moeten doorbetalen op grond van de wet (art. 7:629 BW) voor de omvang van de uren dat de werknemer werkzaamheden zou verrichten, dan wel de uren dat deze ingeroosterd is. De uren ouderschapsverlof worden, voor zover dit betaald ouderschapsverlof is, de eerste 9 weken vergoed door het UWV aan de werkgever. Na de eerste 9 weken is het ouderschapsverlof onbetaald, tenzij de cao iets anders voorschrijft of er iets anders overeengekomen is.

Als de ziekte voortduurt na het einde van het ouderschapsverlof, wordt de loondoorbetalingsverplichting uitgebreid tot de volledige omvang van het oorspronkelijke dienstverband.

Opschorten of beëindigen ouderschapsverlof

Ouderschapsverlof wordt opgenomen door een melding van het verlof bij de werkgever te doen. De wettelijke regel is dat de werknemer na het aanvragen van ouderschapsverlof geen verandering van het aangemelde verlof kan afdwingen.

Op grond van artikel 6:6 lid 2 van de Wet arbeid en zorg (WAZO) kan de werknemer echter bij uitzondering een beroep doen op onvoorziene omstandigheden om het ouderschapsverlof op te schorten dan wel te beëindigen. De werkgever moet dan in beginsel het ouderschapsverlof opschorten of beëindigen tenzij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet. Van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang is pas sprake wanneer het opschorten of beëindigen van het ouderschapsverlof leidt tot een ernstige ontwrichting van de onderneming. Het moet hier echt gaan om een situatie waar de toekomst van het bedrijf op het spel staat. Het enkele feit dat door de werkgever in verband met van het verlof voorzieningen zijn getroffen, zoals bijvoorbeeld het aantrekken van een vervanger, is niet zonder meer een zwaarwichtig bedrijfsbelang. Je zal als werkgever van goeden huize moeten komen om een verzoek tot opschorting of beëindiging van het ouderschapsverlof te kunnen afwijzen.

Wat onder onvoorziene omstandigheden valt om het ouderschapsverlof op te schorten dan wel te beëindigen is niet gedefinieerd. In de wetsgeschiedenis wordt slechts genoemd dat er gedacht kan worden aan de afschuwelijke situatie dat het kind overlijdt. In de literatuur worden ook andere onvoorziene omstandigheden beargumenteerd zoals bijvoorbeeld ziekte.

Indien de werkgever instemt met het verzoek van de werknemer wordt het recht op ouderschapsverlof opgeschort dan wel beëindigd. De werkgever hoeft aan het verzoek niet eerder gevolg te geven dan vier weken ná indiening van het verzoek. Dat heeft te maken met het feit dat de werkgever de tijd moet krijgen om eventuele veranderingen in de organisatie naar aanleiding van de wijziging van het verlof door te voeren. Uit deze termijn volgt ons inziens dat het bij ziekte als onvoorziene omstandigheid moet gaan om langdurige ziekte en niet ziekte van slechts enkele dagen.

Loondoorbetaling bij opschorten of beëindigen ouderschapsverlof

Wanneer een verzoek van een werknemer tot opschorten of beëindigen van het ouderschapsverlof op grond van artikel 6:6 WAZO wordt toegekend verandert de loondoorbetalingsverlichting. Deze  wordt dan weer uitgebreid naar het volledige dienstverband. De werknemer is immers weer voor de volledige arbeidsomvang beschikbaar en bij ziekte zal het volledige loon moeten worden doorbetaald.

Tips voor de praktijk

Het ouderschapsverlof bij ziekte loopt in principe gewoon door. U doet er als werkgever goed aan in gesprek te gaan met een werknemer die zich ziekmeldt met ouderschapsverlof waarbij het zich laat aanzien dat de arbeidsongeschiktheid langer dan bijvoorbeeld 6 weken gaat duren. In dit gesprek kunt u aangeven dat het ouderschapsverlof in beginsel gewoon doorloopt tijdens ziekte. Tevens kunt u zorgvuldigheidshalve aangeven dat het bij langdurige arbeidsongeschiktheid voor uw werknemer zelf verstandig kan zijn om het verlof op te schorten of te beëindigen. Deze keuze is uiteraard aan de werknemer.

Daarnaast raden wij het aan om, zo nodig in overleg met de medezeggenschap, beleid op te stellen hoe er in uw bedrijf wordt omgegaan met ziekte tijdens ouderschapsverlof.

Vragen?

Heeft u vragen over ziekte tijdens ouderschapsverlof? Neem dan contact op met Henriëtte van Baalen of Thomas Catersels, Team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation