Toen de ambtenaar deze ‘dienstopdrachten’ niet opvolgde heeft de gemeente haar ontslagen. Ten onrechte, zo oordeelt de Centrale Raad van Beroep.

De vrouw meldde zich sinds 2008 frequent ziek. Na gesprekken met College van B&W en de bedrijfsarts zijn haar adviezen gegeven, gericht op de bevordering van haar gezondheid en het terugdringen van haar verzuim. In januari 2014 kreeg zij de dienstopdracht om sportlessen te volgen, een afspraak te maken met de diëtist en te stoppen met roken. Zou zij zich gedurende 24 maanden niet houden aan deze dienstopdracht, dan zou de gemeente overgaan tot strafontslag.

Toen bleek dat de vrouw weer rookte, de diëtist niet bezocht en geen sportlessen volgde, heeft de gemeente de vrouw ontslagen op grond van ernstig plichtsverzuim.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen sprake is van plichtsverzuim. De opdrachten die door de gemeente aan de vrouw zijn opgelegd betreffen een ingrijpende en onaanvaardbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en haar lichamelijke integriteit. Deze opdrachten strekken zich nadrukkelijk uit tot buiten de arbeidsrelatie en beïnvloeden direct de persoonlijke keuzes van de vrouw. Een noodzaak tot deze opdrachten – voortvloeiend uit de aard van het werk van de vrouw als medewerkster van de gemeente – ontbreekt.

De gemeente had weliswaar aanleiding om kritisch te zijn ten aanzien van de houding en het gedrag van de ambtenaar, maar had er goed aan gedaan een andere oplossing te vinden voor de problematische arbeidsrelatie.

Vragen?

 Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met Renée Huijsmans.