De rechtbank Rotterdam heeft hier recent een uitspraak over gewezen. Het geschil betrof een familiebedrijf dat was opgericht door de bestuurder (grootvader). De bestuurder had inmiddels nog slechts 10% van de aandelen en zijn zoons en kleinzoons hielden de overige 90%. Grootvader was wel nog bestuurder en heeft aangegeven “in het harnas” te willen sterven. Toch hebben de andere aandeelhouder hem ontslagen.
De bestuurder liet het daar niet bij zitten en spande een procedure aan tegen zijn ontslag én tegen het einde van zijn managementovereenkomst. Daartoe voerde hij een aantal argumenten aan.
Zijn eerste argument kwam erop neer dat het ontslag ongeldig was, omdat er sprake was van schending van de hoorplicht en het adviesrecht van de bestuurder. De rechter ging hier niet in mee. De bestuurder heeft namelijk de gelegenheid gekregen zijn bezwaren tegen het voorgenomen ontslag in de algemene vergadering naar voren te brengen. Dat de andere bestuurders geen gebruik van hun raadgevende stem hebben gemaakt, maakt niet dat het ontslagbesluit ongeldig is. Zij zijn daar immers niet toe verplicht.
Daarnaast stond in de aandeelhoudersovereenkomst dat voor de benoeming van een bestuurder een unaniem aandeelhoudersbesluit nodig was. Op basis daarvan redeneerde de bestuurder dat ook voor ontslag of schorsing van een bestuurder unanimiteit vereist was. De rechter ging daar niet in mee. In de wet is namelijk een regeling opgenomen voor het ontslag van bestuurders waarvan niet afgeweken kan worden. Dit om te voorkomen dat een bestuurder tegen de wens van een (twee derde) meerderheid van de aandeelhouders kan aanblijven.
Tot slot voerde de bestuurder nog aan dat zijn managementovereenkomst niet rechtsgeldig was opgezegd. Deze bevatte immers geen regeling voor opzegging van de overeenkomst. De rechter oordeelde echter dat ontslag als bestuurder ook het einde van de managementovereenkomst betekent. De rechter baseerde zijn oordeel expliciet op de 15-april arresten, waarin dit is beslist voor arbeidsovereenkomsten, en verklaarde dat deze overeenkomstig van toepassing zijn.
Deze uitspraak benadrukt weer dat wanneer alle formaliteiten zijn gevolgd, een bestuurder redelijk eenvoudig ontslagen kan worden door de aandeelhouders. Daarmee komt ook een einde aan de managementovereenkomst, zelfs wanneer er geen aparte opzegbepaling is opgenomen in deze overeenkomst.
Vragen?
Heeft u vragen over het ontslag van een bestuurder, neem dan contact op met Sonja Geldermans, advocaat Ondernemingsrecht.
Nieuwsbrief
Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Klik dan hier om u in te schrijven voor de nieuwsbrief!