Niet tijdig betrekken OR kan worden gerepareerd met een zorgvuldig adviestraject
SABIC, een internationaal petrochemisch concern met vestigingen in Limburg en Bergen op Zoom, stelde in 2022 een externe adviseur aan om een ‘housing strategy’ te ontwikkelen. Het plan betrof onder meer de mogelijke verhuizing van het Europese hoofdkantoor van Limburg naar Amsterdam en de invoering van hybride werken.
Ondanks frequent overleg met de ondernemingsraden van beide vestigingen en verzachtende maatregelen voor de medewerkers, waaronder een tegemoetkoming van 95.000 euro voor verhuis- en reiskosten en een beëindigingsvergoeding onder de oude kantonrechtersformule voor medewerkers die ontslag nemen, gaven de ondernemingsraden in juli 2023 een negatief advies. SABIC besloot echter de verhuizing van het hoofdkantoor toch door te zetten. De ondernemingsraden vonden dat de bestuurder in redelijkheid niet tot dit besluit had kunnen komen en stelden beroep in bij de Ondernemingskamer (OK) van het gerechtshof Amsterdam. Zij legden hier onder meer aan ten grondslag dat de verhuizing van het kantoorpersoneel in strijd is met geldende veiligheidsprincipes, zij niet tijdig betrokken zijn en niet van wezenlijke invloed hebben kunnen zijn op de besluitvorming.
De OK oordeelde dat SABIC de ondernemingsraden onterecht niet heeft betrokken bij het inschakelen van een externe adviseur en te laat heeft betrokken bij de besluitvorming omtrent de housing strategy en de verhuizing van het hoofdkantoor. Dit laatste is echter door SABIC gerepareerd door de ondernemingsraden alsnog uitvoerig te betrekken bij de besluitvorming. De OK vond dat SABIC voldoende inhoudelijk debat voerde, de bezwaren serieus nam en de verhuizing strategisch en financieel goed onderbouwde. De verzoeken van de ondernemingsraden werden daarom afgewezen.
Tip: Wees alert op het inschakelen van externe adviseurs en benut het adviesrecht (art. 25 lid 1 sub n WOR).
Les: Een aanvankelijk onzorgvuldig ingezet adviestraject, bijvoorbeeld het te laat betrekken van de OR, kan door de bestuurder hersteld worden door de OR alsnog intensief en inhoudelijk te betrekken en zijn bezwaren serieus te nemen. Op deze manier kan het advies van de OR toch van wezenlijke invloed zijn op de besluitvorming.
Presentatie met ontwikkelingen en visie is nog geen voorgenomen besluit
De OR van NLW Groep startte een procedure bij de OK na een geschil dat ontstond naar aanleiding van een presentatie in augustus 2023, getiteld “Ontwikkelingen en visie NLW productie beschut”. De OR vermoedde dat de presentatie besluiten bevatte die onder het adviesrecht in de zin van art. 25 WOR vallen en verzocht de bestuurder om verduidelijking. De bestuurder betoogde echter dat er geen adviesplichtige besluiten waren genomen en stelde dat het enkel operationele aanpassingen betrof. De OR verzoekt de OK vervolgens voor recht te verklaren dat de besluiten uit de presentatie niet in redelijkheid heeft genomen en de uitvoering ongedaan te maken.
De OK oordeelde dat NLW Groep geen adviesplichtig besluit had genomen. Er waren geen aanwijzingen voor functiewijzigingen of overplaatsingen, en de presentatie richtte zich uitsluitend op verbeteringen in samenwerking en werkwijzen. De OR slaagde er niet in voldoende bewijs aan te leveren om te onderbouwen dat sprake was van een besluit dat beroep rechtvaardigt op grond van artikel 26 WOR. Om die reden verklaarde de OK de OR niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Tip: Duidelijkheid en communicatie is belangrijk, zeker als de OR mogelijk advies- of instemmingsrecht heeft. Ga bij twijfel in gesprek met elkaar, maak goede (proces)afspraken en voorkom zo procedures.
Lees hier de hele uitspraak.
Gedwongen ontslag van 19 medewerkers is adviesplichtig
Bij Spotify Netherlands B.V. (Spotify NL) werden 19 van de 172 vaste medewerkers ontslagen in het kader van een internationale reorganisatie. De OR stelde dat deze reorganisatie een ingrijpende wijziging vormde in de werkzaamheden en de organisatie van Spotify NL, waarvoor op grond van artikel 25 WOR voorafgaand advies vereist was. Spotify NL had echter nagelaten dit advies te vragen en beperkte zich tot het verstrekken van algemene informatie, zonder de specifieke gevolgen voor de onderneming toe te lichten. Na een impasse tussen de OR en de bestuurder diende de OR een verzoekschrift in bij de OK.
De OK oordeelde dat het besluit tot reorganisatie niet in redelijkheid was genomen en droeg Spotify NL op om het besluit terug te draaien en de gevolgen ongedaan te maken. De OK stelde dat de wereldwijde inkrimping van 17% van het personeel bij Spotify NL een substantiële vermindering van de bedrijfsactiviteiten betekende. Hoewel de Wet melding collectief ontslag (Wmco) hier niet van toepassing is – deze geldt pas bij meer dan 20 ontslagen medewerkers – achtte de OK de impact van de reorganisatie op de Nederlandse vestiging significant.
Tip: Bij gedwongen ontslagen in het kader van een reorganisatie heeft de OR al snel adviesrecht. Ook als er sprake is van een internationaal besluit, de Wmco niet van toepassing is en de medewerkers middels een vaststellingsovereenkomst (VSO) vertrekken. Betrek de OR vroegtijdig en vraag hem om advies. Het terugdraaien van – soms al gerealiseerde – ontslagen is onwenselijk.
Lees hier de hele uitspraak.
Voorwaarden uit het advies van de OR terecht niet overgenomen
AH e-Commerce en de OR voerden een geschil over het besluit om groepsgewijs uitzendkrachten in te lenen, waarbij de discussie vooral draaide om een door de OR gestelde voorwaarde over het behalen van een doelstelling van 25% vaste medewerkers. De OR stelde dat AH e-Commerce deze voorwaarde had moeten accepteren en verzocht de OK te verklaren dat de besluiten met betrekking tot de inleenovereenkomsten onredelijk waren omdat de voorwaarden niet zijn overgenomen.
De OK oordeelde dat AH e-Commerce voldoende heeft toegelicht waarom de gestelde voorwaarde niet werd overgenomen. Het bedrijf streeft naar een verhoging van het percentage vaste medewerkers naar 25% binnen e-Commerce als geheel, maar benadrukte dat deze doelstelling niet op elke afzonderlijke locatie haalbaar is. AH e-Commerce heeft volgens de OK aangetoond dat de door de OR gewenste voorwaarde niet effectief is en dat fluctuaties in de vraag het aanbieden van vaste contracten met een vaste omvang bedrijfseconomisch onverantwoord maken. Daarnaast wees AH e-Commerce op andere initiatieven om het aandeel vaste medewerkers op een duurzame wijze te verhogen.
De OK concludeerde dat AH e-Commerce bij het nemen van de besluiten voldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij haar doelstelling wil realiseren en dat zij daarbij haar bedrijfseconomische belangen terecht heeft meegewogen. Het verzoek van de OR werd daarom afgewezen.
Les: Een OR kan altijd onder voorwaarden een advies uitbrengen. Uit deze uitspraak blijkt dat deze voorwaarden wel redelijk en effectief moeten zijn. Goed gemotiveerd kan een bestuurder deze voorwaarden terecht passeren.
Lees hier de hele uitspraak.
Wijziging medezeggenschapsstructuur niet kennelijk onredelijk
In de zaak tussen de Centrale Ondernemingsraad (COR) van Pluryn en de Raad van Bestuur (RvB) stond de medezeggenschapsstructuur ter discussie. De wijziging hiervan maakte deel uit van een adviesaanvraag ten aanzien van een bredere herstructurering om de samenwerking binnen het bedrijf te verbeteren en de verantwoordelijkheden binnen de zorgafdelingen te verduidelijken.
De COR stapte naar de OK omdat het besluit van de RVB afweek van hun advies om de bestaande structuur te behouden. De COR stelt zich onder andere op het standpunt dat niet in redelijkheid tot dit besluit had kunnen komen omdat zij onvoldoende waren betrokken en niet alle informatie met hen was gedeeld.
De OK oordeelde echter dat dat de RvB wel in redelijkheid tot het besluit kon komen. Zij heeft voldoende gemotiveerd waarom zij van het advies van de COR afweken. De OK verwierp eveneens de kritiek van de COR dat alternatieven onvoldoende waren onderzocht, aangezien de RvB deze daadwerkelijk had geëvalueerd op basis van duidelijke criteria. De OK bevestigde dat het besluit, hoewel ingrijpend, noodzakelijk was voor de toekomst van Pluryn en dat de rechten van de medezeggenschap niet waren geschonden.
Les: Door de wijziging van de medezeggenschapsstructuur in het kader van het adviesrecht aan de OK voor te leggen wordt getoetst of het besluit in redelijkheid genomen kon worden. De toets of de voorgestelde structuur bevorderlijk is voor een goede toepassing van de WOR kan bij de kantonrechter worden voorgelegd over de band van artikel 36 WOR. Voor inhoudelijke geschillen over de vormgeving van de medezeggenschapsstructuur kan de OR beter direct het geschil bij de kantonrechter aanhangig maken.
Lees hier de hele uitspraak.
Opgeheven OR- heeft geen procesbevoegdheid, ondanks toezegging
Albert Heijn Online B.V. (Voorheen Albert Heijn e-Commerce) introduceerde in 2023 een nieuw telefoonsysteem voor de afdeling Planning & Support, wat leidde tot een geschil met de OR. De OR stelde dat deze wijziging instemmingsplichtig was op grond van de WOR en riep de nietigheid van het besluit in. Intussen had het concern van Albert Heijn ook de medezeggenschapsstructuur aangepast. Per 1 mei 2024 werd de OR van Albert Heijn Online B.V. opgeheven en omgevormd tot een onderdeelcommissie van de gemeenschappelijke ondernemingsraad (GemOR). Albert Heijn had de OR toegezegd dat lopende zaken door de OR konden blijven worden behandeld.
De rechtbank oordeelde echter dat de OR, na zijn opheffing, geen procesbevoegdheid meer had om juridische geschillen aanhangig te maken en verklaarde de OR niet-ontvankelijk. De bevoegdheid om de procedure voort te zetten lag vanaf dat moment bij de GemOR, die ervoor koos om de procedure niet verder te volgen. Het argument van de OR dat Albert Heijn toestemming had gegeven om lopende zaken voort te zetten, werd verworpen, aangezien dit indruist tegen de wettelijke systematiek. De kantonrechter verklaarde de OR daarom niet-ontvankelijk.
Tip: Een toezegging van de bestuurder dat de OR procesbevoegd is, is niet voldoende voor procesbevoegdheid. In een onderhavig geval is het verstandig voor de verdwijnende OR om te toetsen of er onder de nieuwe medezeggenschapstructuur nog draagvlak is voor een procedure, anders wordt deze tevergeefs ingezet.
Lees hier de hele uitspraak.
Niet toekennen loonstappen is wijziging van een beloningssysteem
Een geschil tussen CLdN Ports Netherlands B.V. (CLdN) en de OR betreft het besluit van CLdN om in 2023 geen loonstappen toe te kennen aan medewerkers die onder de cao van CLdN Ports vallen. De OR stelde dat dit besluit instemmingsplichtig was op grond van artikel 27 lid 1 WOR, omdat het een wijziging in het beloningssysteem betreft. CLdN daarentegen betoogde dat het hier gaat om maatregelen die individuele medewerkers aangaan dan wel om een besluit met betrekking tot primaire arbeidsvoorwaarden. Bovendien stelde CLdN dat zij als werkgever de ruimte heeft om te beslissen of zij loonstappen al dan niet toekent.
De kantonrechter oordeelde in het voordeel van de OR en concludeerde dat het besluit van algemene strekking is en niet enkel betrekking heeft op individuele medewerkers. Tevens stelde de kantonrechter dat het besluit een wijziging in het beloningssysteem betreft, niet in primaire arbeidsvoorwaarden. Verder oordeelde de kantonrechter dat CLdN geen beslisruimte had met betrekking tot de uitkering van de bonus, aangezien deze – met uitzondering van een enkele situatie – elk jaar werd toegekend.
Omdat CLdN geen instemming van de OR had gevraagd, werd het besluit nietig verklaard. Desondanks kan de OR niet afdwingen dat loonstappen alsnog worden toegekend; medewerkers moeten hiervoor individueel juridische stappen ondernemen.
Tip: Het instemmingsrecht over bonusregelingen zorgt vaak voor discussie tussen OR en bestuurder. Ook in de jurisprudentie is het een veelvoorkomend onderwerp. Maak over het instemmingsrecht heldere afspraken – bijvoorbeeld in een convenant – zodat voor van tevoren helder is welke wijzigingen ter instemming aan de OR moeten worden voorgelegd. Ook in cao’s is steeds vaker een delegatiebepaling opgenomen of zou dit kunnen worden meegenomen in de onderhandelingen van een nieuwe cao.
Lees hier de hele uitspraak.
Publicatie maandroosters is geen instemmingsplichtig besluit
Bij Rijkswaterstaat Verkeer en Watermanagement (RVWM) wordt gewerkt met norm- en maandroosters. Het normrooster wordt voor een heel jaar vastgesteld, waarna de maandroosters op basis hiervan worden opgesteld. Tussen RVWM en de OR ontstond een geschil over de norm- en maandroosters voor 2024.
De OR stelde dat RVWM voor de locatie Vlissingen geen normrooster ter instemming had voorgelegd en dat de OR niet had ingestemd met het normrooster voor de locatie Vaartuigen Zuid-Oost. Daarnaast betoogde de OR dat de maandroosters onlosmakelijk verbonden zijn met de normroosters en daarom ook instemmingsplichtig zouden moeten zijn. De OR verzocht de kantonrechter te verklaren dat hij terecht de nietigheid van de maandroosters had ingeroepen.
De kantonrechter oordeelde echter dat maandroosters slechts een uitvoeringsmaatregel zijn en daarom niet instemmingsplichtig zijn op grond van artikel 27 lid 1 WOR. De verzoeken van de OR werden afgewezen. Hoewel de kantonrechter erkende dat RVWM te laat was met het voorleggen van de normroosters voor 2024, werd dit inmiddels rechtgezet en zijn er afspraken gemaakt om dit proces voor 2025 te verbeteren.
Tip: Alhoewel maandroosters niet altijd onder het instemmingsrecht van de OR vallen omdat dit vaak op individuele niveau voor werknemers gevolgen heeft, oordeelde de rechter wel dat de maandroosters tijdig bekend gemaakt moeten worden. Ook hiervoor geldt dat OR en bestuurder in een convenant afspraken kunnen maken om dit proces te stroomlijnen, zoals in deze zaak ook achteraf is gebeurd.
Tip: Voor de rol van de OR bij het invoeren of wijzigen van roosters, is het belangrijk het onderscheid tussen de roosterregeling en/of het roosterbeleid én de individuele roosters goed in de gaten te houden!
Lees hier de hele uitspraak.
Vragen?
Heeft u medezeggenschapsrechtelijke vragen, bijvoorbeeld over het instemmings- of het adviesrecht? Of heeft u vragen en/of behoefte aan ondersteuning bij het vormgeven van uw medezeggenschapstructuur? Neem dan contact op met een van onze medezeggenschapsspecialisten. Wij denken graag met u mee!
Renate Vink-Dijkstra, Advocaat/partner Arbeidsrecht & Medezeggenschap
Thomas Catersels, Advocaat Arbeidsrecht & Medezeggenschap
WOR App
De WOR app: de ultieme tool voor elke OR. Alles wat u nodig heeft, direct bij de hand op uw smartphone of iPad tijdens elke vergadering.
Wat biedt de WOR app?
- Alle wetsartikelen
- Een uitgebreide begrippenlijst, voorzien van een toelichting
- Relevante kennisblogs
Klik hier om de app te downloaden als je een iPhone of iPad hebt.
Klik hier om de app te downloaden als je Android apparaat hebt.
Nieuwsbrief
Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Klik dan hier om u in te schrijven voor de nieuwsbrief!