Spelregels van het OR- speelveld

Nadat in het eerste blog ingegaan is op het belang van het maken van goede afspraken lichten wij in dit tweede blog in de serie ‘Effectieve medezeggenschap: ….. ‘ in het kader van ‘november de maand van de medezeggenschap’ toe waarom voor effectieve medezeggenschap kennis van de WOR vereist is.

De eerste versie van de WOR is in juni 1950 in werking getreden. Daarna is de WOR door maatschappelijke ontwikkelingen nog verschillende keren gemoderniseerd, steeds met als doel het versterken van de positie van het medezeggenschapsorgaan door hem daadwerkelijk invloed te laten uitoefenen op de besluitvorming. In de WOR zijn zaken geregeld als de totstandkoming en de samenstelling van medezeggenschapsorganen (OR, PVT en personeelsvergadering), de taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsorganen en de faciliteiten die hen ter beschikking moeten worden gesteld, waaronder bijvoorbeeld het recht om een externe adviseur in te huren. Daarnaast regelt de WOR de belangrijkste rechten van de OR, zoals het advies- en instemmingsrecht, het initiatiefrecht en het recht op overleg en informatie. En last but not least, zijn in de WOR ook een beroepsrecht en een geschillenregeling opgenomen. De WOR bevat de spelregels van het OR-speelveld. Om het ‘medezeggenschapsspel’ goed te kunnen spelen, is dan ook essentieel dat alle spelers de spelregels kennen. Als bijvoorbeeld de art. 24 overlegvergadering volgens het boekje verloopt, er al in een vroeg stadium van de besluitvorming afspraken worden gemaakt over de formele betrokkenheid van de OR met een tijdpad, dan zal het advies van de OR van wezenlijke invloed op de besluitvorming kunnen zijn.

De realiteit

“Dat waren de regels dan gaan we nu over naar de realiteit”

De hierboven geciteerde uitspraak van Loesje is wat ons betreft illustratief voor de gedachte dat voor effectieve medezeggenschap meer nodig is dan het bestaan van de WOR en de vereiste kennis daarvan. Elke organisatie en elk medezeggenschapstraject is anders.  Zo kunnen bestuurders overvallen worden door besluiten van een buitenlandse moeder of aandeelhouder, waardoor er druk komt te staan op het medezeggenschapstraject. Of de relatie tussen de medezeggenschapsgremia en de bestuurder is niet goed, waardoor het overleg niet goed verloopt. Ook kan de OR niet goed geschoold zijn en niet goed raad weten met een medezeggenschapstraject. Of het is in het kader van het adviesrecht niet duidelijk welke wijzigingen als ‘belangrijk’ zijn te beschouwen en dus adviesplichtig zijn. Daarbij is niet altijd duidelijk welke informatie de OR ‘redelijkerwijs’ nodig heeft om zijn werkzaamheden te kunnen verrichten. Het is goed te weten dat artikel 32 WOR de OR en de bestuurder vervolgens de mogelijkheid biedt om nadere afspraken te maken en deze in een ondernemingsovereenkomst/convenant vast te leggen. Deze afspraken kunnen zien op een uitbreiding van de bevoegdheden van de OR, een nadere verduidelijking van vage begrippen als ‘belangrijke’ en ‘redelijkerwijs’ maar ook op samenwerkings- en procesafspraken.

"De tanden van de OR"

Het lukt echter niet altijd om afspraken te maken. Wil de medezeggenschap serieus genomen worden, dan is het belangrijk dat hij zijn rechten kent en zijn tanden kan en durft te laten zien als dat nodig is. Daarmee bedoelen wij dat de OR zich ervan bewust moet zijn dat hij bij niet naleving van de WOR en schending van zijn rechten de mogelijkheid heeft geloofwaardig te dreigen met een procedure bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam (OK) of de kantonrechter. Een geloofwaardige dreiging is vaak genoeg om de OR en de bestuurder weer aan de onderhandelingstafel te krijgen. Zo blijkt uit het jaarverslag van de OK dat er in 2022 slechts 20 verzoekschriften zijn binnengekomen en er slechts 5  beschikkingen zijn gewezen. Dat betekent dat de OR en de bestuurder er in 15 gevallen alsnog samen zijn uitgekomen en nadere afspraken met elkaar hebben gemaakt. Als ook een bestuurder de spelregels van de WOR kent, en het spel ook volgens deze regels speelt, zullen medezeggenschapstrajecten soepel en constructief verlopen en kunnen juridische procedures worden voorkomen.

In onze blog van dinsdag 21 november a.s. ‘Effectieve medezeggenschap: wat te doen als de OR wordt gepasseerd’ wordt nader ingegaan op de verschillende instrumenten waarvan de OR gebruik kan maken als zijn rechten worden geschonden.

Conclusie

Zowel de bestuurder als de OR moeten de spelregels van de medezeggenschap kennen om het spel goed te kunnen spelen. Maar ook met een goede kennis van de WOR kunnen er onduidelijkheden ontstaan over rechten en bevoegdheden en kunnen zaken uit de pas lopen. Is dat het geval, dan biedt de WOR de mogelijkheid om afspraken te maken. Effectieve medezeggenschap: vereist kennis van de WOR!

Contact

Wilt u uw kennis van de WOR vergroten, dan denken wij graag met u mee. Indien gewenst kunnen wij ook een basistraining WOR voor de ondernemer en/of OR verzorgen.

Renée Huijsmans, Advocaat Arbeid, Medezeggenschap & Pensioen, Barbara van Dam-Keuken, juridisch medewerker