Het UWV verleent de toestemming en er wordt overgegaan tot ontslag. De manager gaat hiertegen in het verweer en voert aan dat het ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen niet terecht is omdat de betreffende dochtermaatschappij winstgevend is. De ontslagaanvraag zou beoordeeld moeten worden op basis van de bedrijfsresultaten van de dochtermaatschappij, aldus de manager.
Uiteindelijk belandt de zaak bij het Hof. Dat de dochtermaatschappij Burdock winstgevend is, is niet doorslaggevend. Ook het argument dat zij een zelfstandige vennootschap is, mag niet baten. Gelet op de slechte financiële positie van de Burdock Holding, was ingrijpen noodzakelijk. Aansluitend bij de toelichting op de Ontslagregeling, overweegt het Hof dat de bedrijfsresultaten van alle vennootschappen binnen de holding meewegen, niet alleen die van de winstgevende dochter. Van de dochter kunnen offers worden gevraagd. Ook benadrukt het Hof nog dat de ondernemersvrijheid van Burdock ten aanzien van dit soort beslissingen niet vergeten mag worden.
Dat dit voor de betreffende manager tegenstrijdig voelt mag duidelijk zijn. Maar, tegenovergesteld is uiteindelijk de dochter er ook bij gebaat dat de holding overeind blijft!
Vragen?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Arbeid, Medezeggenschap & Mediation.