Bescherming tegen benadeling
Uitgangspunt is dat werknemers geen nadelige gevolgen mogen ondervinden vanwege de werkzaamheden die zij in het kader van hun ondernemingsraad werk verrichten. (art. 21 WOR)
Voor wie geldt het benadelingsverbod?
- Degene die het initiatief heeft genomen tot het instellen van een OR
- Degene die op een kandidatenlijst voor de OR staat of heeft gestaan
- Degene die lid is of is geweest van een OR
- Degene die lid is of is geweest van een commissie van een OR
- Degene die als secretaris aan de OR is toegevoegd
Van benadeling is bijvoorbeeld sprake bij:
- benadeling in propmotiekansen of een loonsverhoging
- het krijgen van een slechte beoordeling
- het krijgen van slechtere arbeidsvoorwaarden
- overplaatsing naar een andere functie of werkplek
- sociale uitsluiting
- niet mogen deelnemen aan een cursus
- schorsing
Wat kun je tegen benadeling doen?
Als je een geschil hebt over medezeggenschap, kun je, al dan niet samen met de bestuurder, om bemiddeling en advies vragen bij één van de bedrijfscommissies van de SER.
Je kunt uiteraard ook naar de kantonrechter en een vordering instellen tot naleving van het verbod van benadeling. De rechter kan de ondernemer bevelen de benadeling te beëindigen. Ook kan de ondernemer veroordeeld worden tot het betalen van een schadevergoeding aan de benadeelde.
Let op! De bewijslast voor schending van het benadelingsverbod rust in beginsel op degene die stelt benadeeld te zijn. In een eventuele juridische procedure kan de rechter afhankelijk van de feiten de bewijslast omdraaien.
Tip: Maak over het voorkomen van benadeling van leden van een medezeggenschapsorgaan goede afspraken met de bestuurder en leg deze vast in een convenant in de zin van art. 32 WOR! Daarmee geef je ook bekendheid aan deze wettelijke bepaling, die niet altijd op de kaart staat bij bestuurders en HR.
Ontslagbescherming: opzegverbod
Daarnaast geldt dat werkgevers de arbeidsovereenkomst van leden van een medezeggenschapsorgaan niet mogen opzeggen om redenen die verband houden met hun lidmaatschap of activiteiten in een medezeggenschapsorgaan. (art. 7:670 lid 4 BW)
Het opzegverbod geldt ook voor:
- leden van een centrale ondernemingsraad, groepsondernemingsraad, vaste commissie of onderdeelcommissie of een PVT en hun plaatsvervangers
- leden van bijzondere onderhandelingsgroepen of Europese ondernemingsraden
- leden van bijzondere onderhandelingsgroepen of SE- of SCE-ondernemingsraad
Als een werknemer zich beroept op het opzegverbod, dan is het aan de werkgever om aannemelijk te maken dat het ontbindingsverzoek géén verband houdt met het lidmaatschap van de werknemer van de OR. (art. 7:671b lid 6 BW)
Wanneer geldt het opzegverbod niet?
- Als de werknemer schriftelijk heeft ingestemd met de opzegging
- Als gedrag van een OR lid aanleiding geeft tot ontslag op staande voet
- Als de opzegging geschiedt wegens sluiting van het gehele bedrijf
Hoe zit het met een reorganisatie?
- Ook als sprake is van verval van de arbeidsplaats wegens bedrijfseconomische redenen zou een OR-lid ontslagen kunnen worden, als hij al meer dan 26 weken werkzaam is op de arbeidsplaats die vervalt. Deze drempel voorkomt dat werkgevers op een willekeurige of oneigenlijke manier misbruik maken van de uitzondering op het opzegverbod door een OR-lid te plaatsen op een arbeidsplaats die spoedig zal vervallen.
Hoe zit het met een verstoorde arbeidsrelatie?
Als er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding tussen een werkgever en een OR-lid, kan de arbeidsovereenkomst toch worden ontbonden, als die verstoorde arbeidsverhouding geen verband houdt met het feit dat die werknemer lid van de OR is. De rechter kan de arbeidsovereenkomst echter ook ontbinden, als de verstoorde arbeidsverhouding wel verband houdt met het OR-lidmaatschap als hij meent dat dat bij het afwegen van de belangen in het belang (van bijvoorbeeld de gezondheid) van de werknemer is.
Let op! Als een OR-lid de werkzaamheden van de OR de ernstig belemmert, kan zowel door de OR als de ondernemer bij de kantonrechter ook om een algehele of gedeeltelijk uitsluiting van een OR-lid worden verzocht. (artikel 13 WOR) Het OR-lid wordt dan niet ontslagen maar mag geen of niet alle OR-werkzaamheden meer verrichten. Zie voor een toelichting hierop ons blog “Uitsluiting OR-lid: al dan niet ondubbelzinnige laatste waarschuwing vereist, maar ….”
Wat kun je doen als een opzegverbod geschonden wordt?
De werknemer kan de rechter verzoeken de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen of hem een billijke vergoeding toe te kennen.
Als de werkgever naar de kantonrechter stapt met een verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden moet de rechter toetsen of het verzoek tot ontbinding verband houdt met het OR-lidmaatschap.
Conclusie
Uitgangspunt is dat onafhankelijke medezeggenschap moet worden geborgd en dat leden van een medezeggenschapsorgaan zich in het kader van hun medezeggenschapstaken kritisch moeten kunnen opstellen. Om die reden worden OR-leden beschermd tegen benadeling en ontslag. Maar er zijn grenzen. Zo moet ook een OR-lid zich als een goed werknemer gedragen en moet hij zijn geheimhoudingsverplichting in acht nemen. Het feit dat je OR-lid bent betekent dus niet automatisch dat je niet ontslagen kunt worden. Overweeg je je kandidaat te stellen voor de OR, doe dat niet vanwege het opzegverbod maar doe dat omdat je je wilt inzetten voor de medezeggenschap.
Tip: Wees bij het werven van nieuwe OR-leden duidelijk over de bescherming tegen benadeling en ontslag en hoever deze strekken.
Tip: Maak in een convenant in de zin van art. 32 WOR afspraken over de wijze waarop de OR en de bestuurder met elkaar om willen gaan met inachtneming van elkaars rollen en belangen.
Vragen?
Heeft u vragen over medezeggenschap? Neem dan contact op met Ernst van Win advocaat Arbeid, Medezeggenschap & Mediation of Barbara van Dam-Keuken, juridisch medewerker Arbeid & Medezeggenschap.
Nieuwsbrief
Wilt u elke maand een overzicht van updates en blogs in uw mailbox? Klik dan hier om u in te schrijven voor de nieuwsbrief!