Deze vraag is voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. Voorafgaand aan het antwoord hierop is de conclusie van de Advocaat-Generaal  (hierna: A-G) gepubliceerd op 16 maart 2016. De casus die speelt voor het Hof is als volgt. Het Duitse bedrijf McFadden, een bedrijf in licht- en geluidstechniek, bood zijn klanten gratis toegang tot een onbeveiligd Wifi-netwerk. Een van de gebruikers van dit Wifi-netwerk heeft via dit netwerk illegaal muziek geüpload, welke een schending van de auteursrechten van auteursrechtbelangenbehartiger Sony teweeg bracht. Hiertoe heeft Sony McFadden aansprakelijk gesteld voor het niet beschermen van dit Wifi-netwerk, waardoor de inbreuken mogelijk waren.   De Duitse rechter, aan wie deze zaak in eerste instantie werd voorgelegd stelde hiertoe de volgende prejudiciële vraag aan het Hof: Is het aansprakelijk stellen van McFadden voor het schenden van auteursrecht, door middel van het aanbieden van een onbeveiligd Wifi-netwerk, in overeenstemming met de Europese richtlijn 2000/31/EG, inzake elektronische handel?

Bij de beantwoording van deze vraag stelt de A-G allereerst dat het aanbieden van gratis Wifi is aan te merken als een dienst. Niet relevant in deze is dat het aanbieden van deze Wifi slechts een nevenactiviteit is van de bedrijfsvoering en dat deze dienst niet actief bekend wordt gemaakt of gepromoot. De Europese richtlijn is dan ook van toepassing. Daarna stelt de A-G dat McFadden in deze, als Wifi aanbieder, slechts fungeert als een ‘doorgeefluik’. Zijn aansprakelijkheid op grond van de richtlijn is dan ook beperkt. Toch doet deze beperking in de aansprakelijkheid geen afbreuk aan de verplichting die een dienstverlener heeft tot het voorkomen dan wel beëindigen van een auteursrechtelijke inbreuk. De maatregelen die een dienstverlener dient te treffen ter  voorkoming of beëindiging van een inbreuk op een auteursrecht dienen volgens de A-G doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. Ze moeten erop zijn gericht om een specifieke inbreuk te beëindigen of te voorkomen en mogen geen algemene toezichtverplichting inhouden. Daarnaast moeten de belangen van de vrijheid van meningsuiting, informatie en ondernemerschap worden afgewogen tegen het recht op bescherming van een auteursrecht.

 

De belangenafweging in deze, valt volgens de A-G positief uit voor de Wifi aanbieder. Het blokkeren van een internetaansluiting of de verplichting deze te beveiligen zijn, aldus de A-G, niet doeltreffend en zorgen niet voor een juist evenwicht tussen bovengenoemde belangen. Daarnaast is de vrije toegang tot Wifi-netwerken van groot belang voor de samenleving en wegen de nadelen van een verplichte beveiliging niet op tegen de potentiële voordelen voor auteursrechthouders. Een veroordeling van McFadden tot het betalen van schadevergoeding en de proceskosten in deze is dan ook geen optie. Zoals reeds vermeld is dit vooralsnog enkel de conclusie van de A-G en zal de daadwerkelijke uitspraak van het Europese Hof nog volgen. Uiteraard houden wij u hierover op de hoogte.

Vragen?

Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team IT, Privacy & Cybersecurity.