Huursombenadering

Per 1 juli 2016 geldt nog de inkomensafhankelijke huurverhoging. Bovenop de inflatie (die dit jaar is uitgekomen op 0,6%) stijgt de huur met respectievelijk 1,5, 2 of 4%. Vanaf 1 januari 2017 geldt de huursombenadering. Dat betekent dat relatief goedkope huurwoningen een hogere huurverhoging kunnen krijgen dan woningen die nu al een goede huurprijs hebben. Jaarlijks wordt een inkomenstoets gehouden, bij inkomens boven de toewijzingsgrens kan de huur extra worden verhoogd. Waar eerder dit jaar tumult ontstond omdat de Belastingdienst ten onrechte inkomensgegevens had verstrekt, is daartoe in de wet nu uitdrukkelijk de opdracht aan de Belastingdienst opgenomen.

Tijdelijke huurcontracten

De nieuwe wet biedt de mogelijkheid om eenmalig een tijdelijk contract te sluiten dat na verloop van de overeengekomen periode automatisch eindigt. Nu nog kan een huurovereenkomst, ook een tijdelijke, door de verhuurder alleen op een paar, in de wet genoemde, gronden worden opgezegd. Indien de huurder niet met de opzegging instemt, zal de rechter er aan te pas moeten komen. Indien de nieuwe wet in werking treedt; deze moet nog wel door de Eerste Kamer worden aangenomen, hoeft een tijdelijke overeenkomst niet te worden opgezegd en gelden niet de in de wet genoemde opzeggingsgronden. De verhuurder moet de huurder wel, niet eerder dan 3 maanden en niet later dan 1 maand voor verstrijken van de overeengekomen periode, informeren dat de overeenkomst eindigt. Doet de verhuurder dat niet, dan wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet en geniet de huurder alsnog huurbescherming. Voor zelfstandige woonruimte mag een tijdelijk contract voor maximaal 2 jaar worden afgesloten, voor onzelfstandige woonruimte (woonruimte zonder eigen toegang en voorzieningen, bijvoorbeeld kamers) geldt een termijn van maximaal 5 jaar.

Vragen?

Heeft u vragen over de Wet Doorstroming Huurmarkt, neemt u dan contact op met Per van der Kooi.