I Verruiming instemmingsrecht
Met dit wetsvoorstel wordt allereerst beoogd het instemmingsrecht van ondernemingsraden bij de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van een gewijzigde pensioenregeling te verduidelijken en te verruimen.
De instemmingsrechten van de OR ten aanzien van pensioenregelingen worden op twee plaatsen (namelijk zowel in de Wet op de ondernemingsraden (art. 27 WOR) als in de Pensioenwet (art. 23, lid 4 PW)) geregeld. De omvang van het instemmingsrecht van de OR is onder de huidige wetgeving afhankelijk van de soort pensioenuitvoerder. Op grond van art. 27 lid 1 sub a WOR bestaat instemmingsrecht over de vaststelling, wijziging en intrekking van een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering en een Premie Pensioen Instelling (PPI). Wanneer echter sprake is van een pensioenfonds (een ondernemings- of een bedrijfstakpensioenfonds), dan heeft de OR alleen instemmingsrecht over de vaststelling en intrekking van een pensioenregeling maar vreemd genoeg niet bij een wijziging van een pensioenregeling. Omdat de bestaande regelingen onduidelijk zijn, is de SER gevraagd hierover te adviseren. De aanbevelingen van de SER zijn in het wetsvoorstel verwerkt.
“pensioenverzekering” wordt “pensioenovereenkomst”
In het wetsvoorstel is het begrip “pensioenverzekering” in art. 27 lid 1 sub a WOR vervangen door “pensioenovereenkomst”, zodat de ondernemingsraad een instemmingsrecht krijgt over elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling met betrekking tot de pensioenovereenkomst, ongeacht de pensioenuitvoerder. De PW wordt dienovereenkomstig aangepast.
Deze wijziging leidt tot een aanzienlijke verruiming van het instemmingsrecht van de OR.
Let op!
De ondernemingsraad heeft nog steeds géén instemmingsrecht als het pensioen al inhoudelijk is geregeld in een cao of als een regeling van arbeidsvoorwaarden is vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan (art. 27 lid 3 WOR).
Nieuw artikel 31f WOR dat ziet op informatieplicht
Daarnaast wordt in een nieuw artikel 31f WOR een informatieplicht voor de ondernemer geïntroduceerd met betrekking tot voorgenomen besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van de uitvoeringsovereenkomst. Het instemmingsrecht van de ondernemingsraad ziet op de arbeidsvoorwaarde pensioen en niet op de uitvoering daarvan. Het is aan de werkgevers en de werknemers om te bepalen of en zo ja welke onderdelen van een uitvoeringsovereenkomst deel uitmaken van de pensioenovereenkomst. Als uitvoeringsaspecten deel uit maken van de pensioenovereenkomst, dan is een voorgenomen besluit ten aanzien van een vaststelling, wijziging of intrekking van die uitvoeringsaspecten ook instemmingsplichtig. Om te waarborgen dat de OR tijdig in een instemmingstraject betrokken wordt, is het voor een ondernemingsraad van belang om tijdig te worden geïnformeerd over voorgenomen wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomst.
Dit nieuwe bijzondere informatierecht zal de tijdige betrokkenheid van de ondernemingsraad meteen bewerkstelligen.
II Verplicht overleg over ontwikkeling beloningsverhoudingen
Dit wetsvoorstel beoogd tevens ondernemingsraden beter te informeren over topinkomens van bestuurders. Bedrijven met meer dan 100 werknemers moeten verplicht met de ondernemingsraad in gesprek gaan over de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen, inclusief die van het bestuur. Op dit moment bestaat alleen een informatierecht over de hoogte van inkomensgroepen binnen de onderneming. Dit bijzondere informatierecht is opgenomen in. art. 31d WOR. Het eerder door Asscher aangekondigde en op onze website besproken adviesrecht aan de OR over topinkomens lijkt nu van de baan. Volstaan wordt met een aanvullend informatierecht.
Het volledige wetsvoorstel bevindt zich momenteel in de consultatiefase. Iedereen kan tot 17 maart a.s. via www.internetconsultatie.nl zijn of haar mening geven over het wetsvoorstel.
Wij houden u uiteraard op de hoogte van de relevante ontwikkelingen.
Vragen? Neem contact op!
Renate Vink en Barbara van Dam, paralegal