De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Stef Blok (VVD), stuurde de brochure bij brief van 28 augustus 2014 naar de Tweede Kamer. Bij het Rijksvastgoedbedrijf moeten haast wel de gelukkigste ambtenaren van de Rijksoverheid werken. Als zij van stenen en grond houden tenminste. Zij mogen zich dagelijks bezig houden met het kopen en verkopen van rijksvastgoed, het ontwikkelen en realiseren van bouwprojecten en het onderhoud van al het onroerend goed van de Staat. En dat is nogal wat. De Staat is zelfs de grootste vastgoedeigenaar van Nederland. Het moet dus genieten zijn om dag in dag uit bezig te zijn met de vele prachtige gebouwen en gebieden die de Nederlandse staat rijk is. Maar als die langdurig leegstaan en niet gebruikt worden, dan is dat natuurlijk zonde.
In de brochure ‘Aanpak transformatie rijksvastgoed’ schetst het Rijksvastgoedbedrijf hoe het met het eigen leegstandsprobleem omgaat. Als het Rijksvastgoedbedrijf besluit – na rijp beraad waarbij alle belangen worden afgewogen en ook met andere bestuursorganen (gemeente, provincie) wordt overlegd – rijksvastgoed af te stoten dan wordt vervolgens een verkoopstrategie bepaald. Het betreffende object wordt dan ingedeeld in een van de volgende vijf categorieën:Standaard verkoop.
- Object aanhouden en tijdelijk exploiteren, totdat het verkocht kan worden.
- Eerst herbestemmen en daarna verkopen.
- Transformatie van het object.
- Gebiedsontwikkeling.
Die vijf fasen zijn in veel opzichten interessant, ook juridisch gezien. Elke fase kent wat dit laatste aspect betreft zijn ‘eigen aardigheden’. Maar voor civiele en bestuursrechtelijke vastgoedjuristen springen vooral transformatie en gebiedsontwikkeling eruit. Die vergen niet alleen een goede samenwerking tussen gespecialiseerde advocaten en notarissen enerzijds en de opdrachtgever anderzijds, maar ook tussen deze juridische experts onderling.
Neem de transformatie van een leegstaand kantoor tot een woon-zorgcomplex of van een oude school tot appartementencomplex. Dat soort projecten vereist dat de verschillende disciplines hun werkzaamheden heel goed op elkaar afstemmen. Het opzetten van een ontwikkelingsvehikel, het begeleiden van de noodzakelijke transacties en het opstellen van akten en contracten, het adviseren over de omgevingsrechtelijke aspecten bij het realiseren van een nieuwe bestemming, het toetsen aan specifieke regelgeving op het gebied van wonen en zorg et cetera. Deze werkzaamheden kunnen nooit geheel los van elkaar worden gezien. Een integrale aanpak is daarbij nodig. Ons team vastgoed- en bestuursrecht is dan ook op zijn best als het een opdrachtgever helpt bij de transformatie van vastgoed.
Als we met onze cliënten en elkaar bezig zijn de juridische paden te effenen om nieuw leven in een leegstaand pand of een gebied te blazen. En de betrokkenheid bij het transformatieproject van onze cliënt stopt niet als wij onze adviezen en producten hebben aangeleverd. Het enthousiasme vlamt telkens weer op als wij na de verwezenlijking van een geslaagde transformatie het eindresultaat zien, door dat te bezoeken of gewoon in het voorbijrijden. Dat het project uiteindelijk gerealiseerd is en kan worden beleefd, is natuurlijk niet aan ons te danken, maar aan de opdrachtgever, zijn architect, zijn aannemer en vele anderen, maar om alleen al het juridische steentje eraan te hebben mogen bijdragen, is uitermate bevredigend.
U ziet: ‘transformers’ zijn niet alleen te zien op televisie en te koop in de speelgoedwinkel. Ze lopen gewoon op ons kantoor rond.
Vragen?
Heeft u vragen over dit artikel, neemt u dan contact op met ons team Vastgoed.