Oordeel
De Hoge Raad oordeelt, nadat hij informatie heeft ingewonnen bij het Europese Hof van Justitie, dat het voor de vraag of btw is verschuldigd van belang of de voor de btw relevante levering een bestaand gebouw of een onbebouwd terrein tot voorwerp had. Het gaat daarbij niet om de feitelijke staat ten tijde van de verkrijging door de koper, maar de staat waarin het terrein uiteindelijk door de verkoper is opgeleverd, ook al vindt die oplevering pas plaats na de verkrijging.
Uit dit arrest kan worden afgeleid, dat op het moment waarop een onroerende zaak wordt verkregen, voor het beoordelen van de vraag of voor de overdrachtsbelasting (terecht) een beroep op de samenloopvrijstelling kan worden gedaan, niet beslissend is of de sloopwerkzaamheden die uiteindelijk leiden tot het ontstaan van een onbebouwd terrein ten tijde van de verkrijging reeds zijn voltooid.
Vergelijkbare andere zaak
Momenteel speelt ook nog een andere zaak voor de Hoge Raad. Daarin staat de vraag centraal of door verkoper uitgevoerde renovatiewerkzaamheden aan een bestaand gebouw (waarbij dus op geen enkel moment sprake is geweest van onbebouwde grond), hebben geleid tot (de levering van) een nieuw gebouw. Dit, terwijl de werkzaamheden pas na de levering zijn voltooid door koper.
De Hoge Raad heeft op 10 juni 2011 beslist om deze vraag (wederom) aan het Europese Hof van Justitie voor te leggen
Vragen?
Heeft u vragen over slopen, renovatie, btw en overdrachtsbelasting, neemt u dan contact op met Janbert Heemstra, notaris.