Als je iemand inhuurt om voor je bedrijf iets te maken is het slim om goed vast te leggen welk resultaat je verwacht. Uit de rechtspraak blijkt dat je als opdrachtgever overgeleverd bent aan de artistieke vrijheid van de opdrachtnemer als je geen concreet eindresultaat afspreekt.
Regelmatig komt het voor dat een bedrijf een ontwerper contracteert om een huisstijl, logo of ander grafisch materiaal te laten ontwikkelen. Het zal de meeste professionele opdrachtgevers bekend zijn dat het van belang is een overeenkomst op te stellen, waarin onder meer geregeld is dat de auteursrechten overgedragen worden aan de opdrachtgever. Als dit niet gebeurt, blijft de opdrachtnemer in principe de auteursrechtende. Wat veel opdrachtgevers echter niet beseffen, is dat het ook van belang is het beoogde resultaat voldoende specifiek te omschrijven in de overeenkomst.
De overeenkomst van opdracht
In de rechtspraak zijn verschillende voorbeelden te vinden van gevallen waarin de opdrachtgever geen specifieke eisen had gesteld aan het eindresultaat. Als het resultaat in een dergelijk geval achteraf tegenvalt, staat de opdrachtgever veelal met lege handen. De rechter oordeelt dan namelijk dat het resultaat nu eenmaal de “artistieke vrijheid” van de opdrachtnemer is. Zo oordeelde de Rechtbank Midden-Nederland afgelopen februari nog dat een opdrachtnemer die een huisstijl en logo ontwerpt, “een zekere eigen, vrije interpretatie en creatieve invulling” toekomt bij de uitvoering van de overeenkomst.
In dit geval was de opdrachtgever zeer ontevreden over het eindresultaat en verweet opdrachtnemer onder meer “gebrek aan kwaliteit en creativiteit”. De rechtbank oordeelde echter dat het feit dat het resultaat niet voldoet aan de smaak en de verwachtingen van de opdrachtgever, geen tekortkoming met zich meebrengt. Immers, in de overeenkomst stond slechts dat een huisstijl, – waaronder een logo – moest worden ontworpen. En dat is precies wat is gebeurd.
Sinterklaas en Zwarte Piet
Een iets andere (en oudere) casus uit de rechtspraak bevestigt dit. Deze zaak draaide om een bedrijf dat Sinterklaas- en Zwarte Piet acteurs leverde voor optredens tijdens (school)feestjes en andere bijeenkomsten. Het bleek echter dat de acteurs niet geheel conform de verwachtingen van opdrachtgevers handelden. Zo werd geklaagd dat de acteurs de kinderen aanmoedigden om snoep zo hard mogelijk het (kinder)publiek in te gooien, troostte Sinterklaas een huilend kind niet en was Sinterklaas kortaf, streng en dominant. Bovendien vond opdrachtgever het ongepast dat de Sinterklaas en de hulppieten spraken over “sexy meisjes”.
Ondanks de klaarblijkelijk teleurstellende ervaring van de opdrachtgever, oordeelde de rechtbank dat de opdrachtnemer niet tekort was geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. De rechtbank merkt op: “Voorts is de kantonrechter van oordeel dat de acteurs van Sinterklaas-Verhuur bij de invulling van hun rollen een ruime mate van (artistieke) vrijheid toekomt. Cruciaal is dat zij zich hebben in te spannen om als redelijk bekwaam acteur een voor de kinderen die het aangaat herkenbare Sinterklaas en Zwarte Piet vertolken.”
Dus: maak concrete afspraken
Uit de rechtspraak volgt dat als je als opdrachtgever niet concreet een (eind)resultaat afspreekt, je overgeleverd bent aan de “artistieke vrijheid” van opdrachtnemer. Het is daarom van belang dat in de overeenkomst van opdracht zo concreet als mogelijk staat welke eisen aan het resultaat worden gesteld. In dit kader is het verstandig om af te spreken wat de gevolgen zijn als deze resultaten niet behaald worden, vooral met betrekking tot de financiële afhandeling van de opdracht. Ten slotte is van belang dat afgesproken wordt in hoeverre en hoe vaak de opdrachtnemer kans krijgt zijn ontwerp aan te passen aan de wensen van opdrachtgever.
Ook hier geldt dus dat een goed contract veel ellende en (financiële) schade kan voorkomen.
Heeft u nog vragen over deze blog, neemt u dan contact op met Natascha van Duuren.